Misverstaan
Woorden onthullen en verhullen, zijn bedoeld om te worden verstaan, maar worden vaak misverstaan. Soms ligt de oorzaak van dat laatste in gemis aan taalvaardigheid.
Ik dacht aan dit alles toen ik op een vroege zondagochtend door het oude Delft ging. Op weg naar mijn praatstoel in de Oude Kerk. Op een steenworp afstand priemt de Nieuwe parmantig zijn vinger in het ruime hemelrond, als wil hij zeggen: hier beneden is het niet. Miscommunicatie is hier beneden in ieder geval wel. Ooit bezocht Churchill Delft. Trots vertelde de toenmalige Britse minister-president: „In this town all the Oranges are buried.” Hoofdletters kun je wel lezen, maar niet horen. Opperste verwarring dus. Waarom begraaft men sinaasappels in een kerk…? Jaren later verslikte premier Den Uyl zich bij een andere gelegenheid in die ‘o zo gemakkelijke’ Engelse taal. Op een buitenlands congres liet hij de aanwezigen weten dat wij –Hollanders– „a nation of undertakers” zijn. Laten dat nou uitgerekend begrafenisondernemers zijn.
Wie er een antenne voor heeft, vangt weleens wat leuks op. Een kersverse moeder vroeg me wanneer er weer doping zou zijn. Een catechisant meende bij het overhoren van de catechismus dat God de wereld „voor niets” geschapen had, in plaats van „uit niets.”
Na weer een brand in een fabriek voor goedkope textiel eiste een zwaar verontwaardigde radiomeneer dat er voortaan alleen nog transparante kleding zou worden ingevoerd. Niet aan denken! Je ziet je zelf al lopen, als de keizer zonder kleren.
Na afloop van een begrafenis bedankte een familielid mij „voor het leiden van de rouwdienst én de ouderlingen.” Voor mij een compliment, maar of de ouderlingen het ook zo hebben opgevat?
Nog bonter maakte de nerveuze neef het die mijn pastorale zorg als volgt roemde: „Dominee, wat u voor ons gedaan hebt, is in één woord verschrikkelijk!”
Op een rouwkaart kondigden de achtergeblevenen aan dat de overledene onder trompetgeschal in stilte zou worden begraven.
Mijn niet-kerkelijk meelevende logés vroegen bij het doorbladeren van deze krant waarom er in rouwadvertenties vermeld wordt: graag in passende kleding komen. Het leek hun een totaal overbodig verzoek. Ze zagen zich zelf al gaan in een te krappe of te wijde jas. Om van gepaste kleding verder maar te zwijgen.
Bij het naderende afscheid van zijn dominee liet de kerkenraad de gemeente weten dat men zijn boodschap (voor het herinneringsboek) in een doos bij de uitgang kon doen…
Taal blijft een zaak van op je woorden passen!