Dat heeft de rechter in Breda in kort geding beslist. Rijkswaterstaat krijgt twee maanden de tijd om de nieuwe brug naar objectieve maatstaven voldoende veilig te maken voor het fietsverkeer.

Met zijn uitspraak volgt de rechter het eisenpakket van de Belangengroep Fietsers Prinsenbeek. Een week geleden had de rechter in zijn voorlopig vonnis al aangegeven dat de roltrap van de nieuwe fietsbrug naar objectieve maatstaven niet veilig is. De bouwvergunning voor de oude brug was slechts geldig tot 1 november 2003.

Volgens de rechter heeft ook het Liftinstituut de veiligheid van de roltrap voor fietsers in twijfel getrokken. Hij vindt het onrechtmatig als de oude brug nu zou worden gesloopt.

Rijkswaterstaat zegt dat de aanleg van de hogesnelheidslijn en de daarmee samenhangende verlegging van de A16 vertraging oploopt. Dat kan contractbreuk tot gevolg hebben, waarbij België hoge schadeclaims kan eisen. Elke maand vertraging levert volgens de raadsman van Rijkswaterstaat een schade van 22 miljoen euro op.

De rechter heeft daaraan geen boodschap. Hij vindt de belangen van de fietsers zwaarder wegen. Zolang de nieuwe brug niet voldoende veilig is gemaakt, moet de oude openblijven. Hij gaat er daarbij vanuit dat dit binnen twee maanden gedaan kan zijn.