Pool lastig te waarschuwen voor zwemgevaar
IJMUIDEN. De Reddingsbrigade Nederland worstelt met de vraag hoe Polen en Oost-Europeanen geattendeerd kunnen worden op zwemgevaar. Dat heeft directeur Van Mourik van de Reddingsbrigade Nederland vandaag gezegd.
Veel Oost-Europeanen verdrinken in binnenwateren, met name op plekken die niet zijn aangewezen als zwemlocatie of waar geen toezicht is van de reddingsbrigades. „Probleem voor de reddingsbrigade is hoe de Oost-Europeanen met informatie moeten worden bereikt”, aldus Van Mourik vanmorgen.
De website van de organisatie bevat waarschuwingen in veel talen, maar de vraag is of de Oost-Europese doelgroep de informatie leest.
Dit jaar zijn opvallend veel verdrinkingsslachtoffers afkomstig uit Oost-Europese landen, zoals Polen en Bulgarije, waar het zwemmen kinderen niet met de paplepel wordt ingegoten. Alleen afgelopen weekeinde al verdronken vijf Polen, onder meer in Horst (Limburg), Callantsoog (Noord-Holland) en het Haarlemmermeerse bos.
Het 23-jarige slachtoffer dat verdronk bij Callantsoog was volgens de brandweer met drie anderen bij het strand aan het zwemmen, toen hij plotseling in de problemen kwam en niet meer bovenkwam. Hij is uit zee gehaald, maar pogingen om hem te reanimeren waren tevergeefs.
Ook een 22-jarige man die vrijdag kopje-onder ging in een waterplas bij het Haarlemmermeerse bos is gereanimeerd, maar overleed in een ziekenhuis.
De slachtoffers die verdronken bij Horst, een 18-jarig vrouw en een 19-jarige jongeman, waren naar Nederland gekomen voor seizoensarbeid, liet de politie afgelopen weekeinde weten. De twee maakten deel uit van een groepje dat zich vrijdagavond vermaakte bij het openbare strandbad Kasteelse Bossen bij Horst. De vouw raakte tijdens het zwemmen in de problemen, waarna de man haar te hulp schoot. Toen beiden niet meer boven water kwamen, sloeg de groep alarm.
Een zoektocht met helikopter en een bootje leverde niets op, waarop zaterdag een sonarboot werd ingeschakeld. Het recreatieterrein werd daarvoor afgesloten voor het publiek. Uiteindelijk konden de lichamen van de slachtoffers zaterdag uit de waterplas worden gehaald.
„Beperkte invloed schoolzwemmen”
APELDOORN. Oost-Europeanen lopen een groter risico te verdrinken. In hun thuisland ontbreekt een zwemcultuur waarin kinderen van jongs af vertrouwd worden gemaakt met het water en de gevaren ervan.
In Nederland is deze zwemcultuur nadrukkelijker aanwezig. Toch zijn er zorgen dat het steeds meer Nederlandse kinderen ontbreekt aan voldoende risicobewustzijn. Onder meer bezuinigingen op schoolzwemmen zouden daaraan debet zijn, zo heeft onder meer Reddingsbrigade Nederland herhaalde malen gesuggereerd.
Slechts 10 procent van de kinderen met een zwemdiploma behaalde dat tijdens het schoolzwemmen, zo rapporteerde toenmalig minister van Jeugd en Gezin Rouvoet in 2010 aan de Tweede Kamer. Rouvoet vroeg deze gegevens op, nadat de SP Kamervragen had gesteld over de dalende zwemprestaties van Nederlandse kinderen.
Hiermee is natuurlijk niet gezegd dat schoolzwemmen overbodig is. Uit de antwoorden van Rouvoet viel namelijk niet af te leiden of kinderen al een diploma hebben voordat het schoolzwemmen begint, of dat de basis voor een later behaald diploma tijdens het schoolzwemmen is gelegd.
Twee weken terug vroeg de SP minister Schippers (VWS) uit te zoeken welk percentage kinderen jaarlijks de basisschool verlaat zonder een zwemdiploma.