Ibrahim is door een rechtbank in Misurata schuldig bevonden aan het samenzweren om burgers te doden. Het bewind van Kaddafi liet tijdens de opstand met scherp schieten op betogers. Ibrahim wordt pas geëxecuteerd als het doodvonnis door het hooggerechtshof in Tripoli is bevestigd.

Voor hetzelfde misdrijf heeft het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag in 2011 arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen Kaddafi, zijn zoon Saif al-Islam en tegen de toenmalige chef van de geheime dienst, Abdullah al-Senussi. De „Gids van de Revolutie” zelf werd nog tijdens de opstand gedood. Om de meest bekende overlevende verdachte, Saif al-Islam die in de praktijk fungeerde als een soort premier van zijn vader, is een al lang lopend juridisch gevecht ontbrand.

Libië wil hem zelf berechten. Maar zijn advocaten voeren een procedure om hem in Den Haag voor de rechter te brengen waar hij niet de doodstraf kan krijgen. Libië heeft tot nu toe geen gehoor gegeven aan een bevel van het ICC om Saif al-Islam in afwachting van hun beslissing over de plaats van het proces, over te brengen naar Den Haag.