De catechismus leeft in Roemenië
„De belijdenis van de catechismus dat Jezus Christus de enige Middelaar kan zijn omdat Hij waarachtig God en waarachtig Mens was, is een kernstuk van de Heidelberger.” Dr. Tamas Juhasz, rector van de Protestantse Theologische Faculteit in Cluj, hield donderdag de openingslezing.
Dr. Juhasz bestreed dat de vragen 12 tot 18 van de catechismus tot een onpersoonlijke verzoeningsleer leiden, zoals in de theologie nogal eens wordt gesteld. „Als in vraag en antwoord 15 wordt gesteld dat de Middelaar waarachtig God en waarachtig mens moet zijn, gaat het niet om de geschiedenis van de verlossing maar om de persoon van de Middelaar. De mens zoekt in zijn ellende geen houvast aan een leer, maar aan een Persoon.”
Dit deel van de catechismus ligt ook in de lijn van Zondag 1, betoogde dr. Juhasz: „De enige troost van een gelovige is dat hij met lichaam en ziel het eigendom van Christus is.” Bij dit alles benadrukte dr. Juhasz dat als vandaag in de theologie opnieuw het persoonlijke van het geloof wordt ontdekt dit een teken is van nauwe verbinding met de Reformatie. „De catechismus leert ons wie God is en wie de mens is en in dat verband wie Jezus Christus, God en mens, is.”
De Göttinger hoogleraar dr. Eberhard Bush werkte het christologisch element van de Heidelberger uit in verband met het laatste oordeel. „Ook een christen ontloopt het oordeel niet. Maar de goddelijke gerechtigheid moet niet worden afgemeten naar de onze. Hij Die onze Rechter is, is ook Degene Die Zich voor ons in het gericht heeft gesteld. Een gelovige gaat derhalve Hem tegemoet Die in barmhartigheid oordeelt.”
De kracht van de Reformatie was, volgens Bush, dat Gods barmhartigheid en gerechtigheid niet tegen elkaar werden uitgespeeld. „Men leerde enerzijds geen goedkope genade, anderzijds geen onbarmhartige gerechtigheid. God spreekt de ongerechtigheid niet goed, maar Hij maakt het goed. Christus Zelf komt bij Zijn wederkomst de Zijnen tegemoet. Christus’ scepter is Zijn barmhartigheid, zei Calvijn. We zijn begenadigde zondaars, stellen de Barmer Thesen. Een gelovige verdringt daarom zijn schuld niet -wat tot allerlei complexen leidt-, maar verstaat haar (bevrijdend) in het licht van Gods gericht. Daarom gaat hij of zij getroost, met opgericht hoofd Hem tegemoet.”
Hoewel Bush de biograaf is van Karl Barth en hij nog dagboekaantekeningen wil uitgeven over zijn ervaringen met Barth in diens laatste levensjaren, ging hij in zijn lezing niet de weg van de alverzoening.
Prof. dr. W. Verboom ging in zijn lezing in op de vijf verschillende benaderingen die hij in Nederland onderscheidde ten aanzien van de drie stukken in de Heidelberger: die van Kersten, Kuyper, Schilder, Hoedemaker/Kohlbrugge en Barth. „Barth zag in Zondag 1 de belijdenis van een persoon, die zich verlost weet door Christus. Volgens Barth is vanwege het kruis en de opstanding van Christus niemand van die verlossing uitgezonderd. Christus is het stralende middelpunt van de geschiedenis.”
De Hervormde Kerk in Hongarije en Roemenië (Transsylvanië) heeft in het verleden allerlei invloeden vanuit het Westen ondergaan, waaronder die van Kuyper, Schilder en Barth. In hoeverre ook Kohlbrugge daar invloed heeft gehad, de theoloog waarvan Verboom bekende dat hij zich bij hem (alsook bij Hoedemaker) het meest thuis voelde met betrekking tot de benadering van de drie stukken, werd niet direct duidelijk. Wel bleek dat de belangstelling voor de Heidelberger in Roemenië nog leeft. Aan het begin van de conferentie werd door studenten zondag 1 van de Heidelberger voorgedragen, in het Engels, Duits, Hongaars en Roemeens. De kinderen leren de zondagen van de Heidelberger nog uit het hoofd.
De Heidelbergse Catechismus bestaat 440 jaar. Ter gelegenheid daarvan wordt in het Roemeense Cluj een internationaal tweedaags congres gehouden. Vandaag verslag van de eerste dag. Maandag van de tweede.