Het bisdom Groningen besteedt op veel manieren aandacht aan de herdenking van de sterfdag van de patroonheilige van het bisdom. In 2004 is het 1250 jaar geleden dat Bonifatius, de apostel der Friezen, werd vermoord. Bonifatius werd in 672 geboren in het zuiden van Engeland. Hij verliet in het voorjaar van 716 zijn moederland om de heidense Friezen met het Evangelie bekend te maken. Tijdens zijn laatste reis naar Friesland werd hij in 754 te Dokkum vermoord.

Bonifatius is niet alleen voor het bisdom Groningen van belang geweest, hij was een man van Europees formaat, zei Eijk gisteren. Bonifatius werd in 732 verheven tot aartsbisschop van Mainz. Daarom besteden ook de bisdommen Fulda (in Duitsland, waar Bonifatius begraven is) en Crediton (zijn geboorteplaats in Engeland) aandacht aan de 1250e sterfdag.

Het Bonifatius-jaar wordt wat het bisdom Groningen betreft op 22 november officieel geopend. Om de persoon van Bonifatius meer bekendheid te geven, heeft de bisschop van Groningen een brief aan hem gewijd onder de titel ”Monnik en pastor”. Het doel van de brief is te laten zien wat de benedictijnse spiritualiteit van Bonifatius voor het pastoraat en voor geloven in actuele omstandigheden te betekenen heeft.

Onder auspiciën van het bisdom en de Fryske Akademie wordt op 12 maart een symposium gehouden waarop de Europese betekenis van Bonifatius en het christendom als grondslag voor Europa aan de orde komen. Sprekers zijn prof. Auke Jelsma (schrijver van een boek over Bonifatius), Maria Martens (lid van het Europees Parlement), prof. Daniëlla Müller (hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Katholieke Theologische Universiteit Utrecht) en prof. Hans Mol (mediaevist, bijzonder hoogleraar middeleeuwse geschiedenis regio Friesland aan de Universiteit Leiden).

Hoogtepunt is de diocesane Bonifatius-dag te Dokkum op 12 juni. Daarvoor worden uitgenodigd de nuntius, alle Nederlandse bisschoppen, de bisschop van Plymouth en enkele Duitse bisschoppen. Op deze dag vindt een bedevaart naar Dokkum plaats. Ook wordt dan een beeld van Titus Brandsma onthuld en ingezegend in het Bonifatiuspark te Dokkum. De reden is dat Brandsma de initiatiefnemer was tot het herstel van de bedevaart naar Dokkum in de jaren twintig en tot de bouw van de Bonifatiuskapel aldaar in 1936.

Voor 26 juni staat een ontmoeting gepland van een aantal nieuwe bewegingen op het gebied van spiritualiteit in Nederland. „Doel is aan te tonen hoe spiritualiteit de basis is van christelijk engagement.” De deelnemers gaan op bedevaart naar het graf van Bonifatius om hun christelijke spiritualiteit te delen. Een bijzondere viering binnen het kader van het Bonifatius-jaar is de oecumenische herdenking van martelaren van de twintigste eeuw op 25 september te Dokkum. Hoofdcelebrant is daarbij kardinaal Shirianagy, emeritus aartsbisschop van Tokio, die een belangrijk aandeel had in de totstandkoming van de verzoening tussen Japan en Nederland.

Ter afsluiting van het Bonifatius-jaar onderneemt het bisdom Groningen in de herfstvakantie van het jaar 2004 een bedevaart naar Rome, per bus.

Bonifatius nam een onafhankelijke positie in. Hij streed voor de uitbreiding van de kerk en gebruikte daarvoor de wereldlijke machthebbers als middel. Bonifatius beschouwde zichzelf als „een gering prediker in dienst van de katholieke en apostolische kerk van Rome”, maar weigerde paus Gregorius de Grote als de plaatsvervanger van Christus te zien. Hij beschouwde de paus als de tijdelijke plaatsvervanger van Petrus.

Bisschop Eijk, desgevraagd: „Bonifatius was toch een zeer pausgetrouwe zoon van de kerk van Rome. Hij werkte ook in nauw overleg met Rome. Maar we moeten niet vergeten dat in zijn tijd het christendom nog gemengd was. De katholieke en de protestantse kerk waren nog niet uitgekristalliseerd.”

Bonifatius wordt in het bisdom van Groningen vereerd als patroonheilige, maar dat is wat anders dan dat hij aanbeden zou worden, zegt dr. Eijk. „Hij wordt wel als een heilige gezien die voorspraak kan doen bij God. Hij kan dat doen, omdat hij omringd is door heiligen die de gebeden van mensen tot God kunnen brengen.”