Remkes pakt korpschef hard aan
Minister Remkes van Binnenlandse Zaken heeft korpschef Kuiper van de Amsterdamse politie hard aangepakt. Diens tirade noemt de bewindsman „een volstrekt flauwekulverhaal.”
Remkes zei dat na afloop van het gesprek dat hij donderdag had met de korpsbeheerder van de Amsterdamse politie, burgemeester Cohen. De uithaal van Remkes doet de verhouding tussen minister en politietop geen goed. Vooral de pogingen van Remkes om meer greep te krijgen op de korpsen worden in de politiewereld met grote argwaan gevolgd.
De Amsterdamse hoofdcommissaris Kuiper spuwde afgelopen woensdag in Het Parool zijn gal over het beleid van Remkes. Directe aanleiding was de uitbrander van Remkes aan het adres van de korpsen van Amsterdam, Haaglanden en Rotterdam dat zij tekortschieten bij het aantrekken van nieuw personeel. Volgens Kuiper blijft Amsterdam helemaal niet in gebreke.
Ook beklaagde Kuiper zich over de verwarrende circulaires die zijn korps maandelijks ontvangt. „Ik heb vier hoogwaardige beleidsmedewerkers in dienst moeten nemen die constant zitten te rekenen hoe het met al die zwenkingen nu weer uitpakt”, aldus Kuiper in Het Parool.
Remkes legde Cohen donderdag uit dat hij de Amsterdamse politie niet voor schut heeft willen zetten maar dat de korpsen „gewoon meer mensen naar de opleiding moeten sturen.” Cohen deelt de zorgen van Kuiper maar is het niet eens met de wijze waarop de korpschef er lucht aan gaf.
In de politietop is veel sympathie voor Kuiper. Dat hij zijn hart luchtte via de media wordt geen sterke zet gevonden. Ook wekte een deel van zijn kritiek verbazing. Zo had hij zich over de warwinkel aan circulaires niet eerder tegenover collega’s uitgelaten. Tegelijk kan hij op veel steun rekenen voorzover hij Remkes een signaal gaf dat de boot aan is.
CDA, VVD, PvdA en GroenLinks willen tekst en uitleg van Remkes over het conflict. „Dit soort uitspraken kunnen niet”, vindt CDA’er Algra. „Ik vind het wel verwonderlijk van de beste korpschef van Nederland.” PvdA’er Van Heemst zegt ook dat Kuiper deze uitspraken niet had moeten doen. „Ik kan me niet herinneren dat een korpschef zo tekeerging.” Maar hij vindt het na een reeks aanvaringen tussen Remkes en Kuiper wel „begrijpelijk.”