Protestantse kerken in Italiaanse gewest Lombardije onder druk
GORLE. Niet-erkende protestantse kerkgenootschappen in de Italiaanse regio Lombardije, het dichtst bevolkte gewest van het land, worden voortdurend tegengewerkt. Vooral immigrantenkerken moeten het ontgelden.
Leden van de pentecostale gemeente Christ Peace and Love in Gorle, een plaats onder de rook van Bergamo, kwamen in maart voor gesloten kerkdeuren te staan. Op last van de burgemeester was hun gebouw in beslag genomen, op grond van een schending van de bouwvergunning. De werkelijkheid was dat de gemeente was ondergebracht in een pand dat niet als kerk was gebouwd.
Buitenlanders
Door een regionale bepaling kunnen de plaatselijke autoriteiten in Lombardije kerken, moskeeën of onderkomens van andere religies sluiten als die niet behoren tot een erkende geloofsgemeenschap. De wet gaat uit van een verbod op een wijziging van de bestemming. „Een winkel of een garage mag geen gebedsruimte worden”, laat Massimo Aquilante, president van de Federatie van Evangelische Kerken (FCEI), weten.
Sommige gemeenten nemen het middel te baat om de lokale immigrantenbevolking te ontmoedigen. De wet uit 2005 wordt ook wel de ”antimoslimwet” genoemd, maar heeft niet zozeer moslims in het vizier, als wel buitenlanders in het algemeen.
De Christ Peace and Lovekerk in Gorle is een ‘zwarte’ gemeente, die met name door Nigeriaanse en Ghanese leden wordt bezocht. Naar schatting is het de twintigste kerk die de afgelopen jaren in het gewest Lombardije werd gesloten. In deze belangrijke regio, waarvan Milaan de hoofdstad is, is de maatregel vooral populair in kleine gemeenten waar de politieke partij Lega Nord geworteld is.
„De wet is geboren in een cultureel klimaat van intolerantie tegenover religieuze minderheden en is ingegeven door sommige politieke partijen”, zegt FCEI-president Massimo Aquilante. De wet lijkt vooral het gevolg te zijn van druk vanuit de politieke partij Lega Nord, die vijandig staat tegenover buitenlanders. Deze partij is coalitiepartner van Berlusconi’s partij. Gezamenlijk besturen beide sinds 1995 Italiës dichtst bevolkte gewest. Sinds dit jaar is Roberto Maroni de gouverneur van Lombardije. Maroni is afkomstig uit de partij Lega Nord.
Aquilante: „Het is duidelijk dat de regionale regel de vrijheid van godsdienst beperkt, en daarmee een grondwettelijk principe schendt. Dit leidt tot een cultuur van wantrouwen en angst die een democratische staat onwaardig is.”
Interpellatie
Parlementariër Luigi Lacquaniti meent eveneens dat de Lombardijse maatregel diametraal staat tegenover de godsdienstvrijheid. Dat was voor hem in april reden voor een interpellatie over de zaak in het parlement.
„Mijn interventie heeft nog geen antwoord opgeleverd”, zegt de linkse politicus, die de waldenzische geloofsovertuiging aanhangt, desgevraagd. „Dit is een heel belangrijke zaak en ik zal bij de regering op antwoord aandringen.” De problematiek lijkt op politiek niveau echter een zeer lage prioriteit te hebben.
De regionale wet neemt niet-erkende religieuze gemeenschappen op de korrel, en geldt niet de in totaal elf genootschappen die een overeenkomst met de Italiaanse overheid hebben getekend. Daardoor zijn ze feitelijk als geloofsgemeenschap erkend en worden ze op papier gelijkgesteld aan de Rooms-Katholieke Kerk.
In werkelijkheid worden de belangen van de Rooms-Katholieke Kerk, die een concordaat met de Italiaanse overheid heeft gesloten –wat juridisch een veel sterke overeenkomst is– beter beschermd. Onder de elf erkende genootschappen worden zes ‘protestantse’ genootschappen geteld (zoals de waldenzen, lutheranen en de zevendedagsadventisten). Allerlei pentecostale genootschappen, alsook alle stromingen binnen de islam, hebben evenwel (nog) geen overeenkomst met de Italiaanse overheid en vallen onder de noemer ”toegestane godsdiensten”, waarmee ze onderworpen zijn aan wetten die dateren uit het fascistische tijdperk.