Bijna kwart mbo’ers begrijpt preek „vaak niet”
ROTTERDAM. Bijna een kwart van de mbo’ers begrijpt de preek vaker niet dan wel. Jongeren begrijpen een preek als de boodschap in hedendaagse taal wordt overgedragen.
Dat blijkt uit onderzoek van godsdienstdocente Elline de Wilde onder 350 jongeren van het Hoornbeeck College in Rotterdam naar hun identiteitsontwikkeling en de rol die kerk, school en gezin daarin spelen. Jongeren begrijpen een preek als de boodschap in begrijpelijke taal wordt overgedragen (76 procent). Ruim 67 procent begrijpt de preek vaker wel dan niet; bijna een kwart vaker niet dan wel.
Op de vraag „Wat is de reden dat jij een preek begrijpt?” antwoordde 76,1 procent met: „Als de uitleg in begrijpelijke taal wordt uitgesproken.” Dat is volgens hen nog belangrijker dan: „Als ik antwoord krijg op mijn levensvragen” (49,5 procent), „Als ik aangesproken word met jou en jij” (26,9 procent), „Als het gaat over een bekende geschiedenis” (34,4 procent) of: „Als het gaat over de bevinding van het geloof” (46,4 procent). Voor bijna 34 procent van de jongeren verhindert de voordracht van de predikant of ouderling het begrijpen van de preek.
Bij 55 procent van de jongeren wordt thuis positief over geloofszaken gesproken, bij ruim 34 procent matig, en bij ruim 10 procent negatief. De communicatie in gezinnen kleiner dan zes personen wordt positiever gewaardeerd dan die in grotere gezinnen. De reden daarvan is onbekend.
Bijna 68 procent vindt het zingen een van de mooiste onderdelen van de kerkdienst. Voor de prediking geldt dat voor bijna 56 procent van de geënquêteerden.
Ruim een kwart van de onderzochte jongeren gaf aan dat er nooit aan hen wordt gevraagd hoe het met hen gaat in geestelijk opzicht. Voor 41 procent is dit wel het geval.