Kerk & religie

Kanselafkondigingen in de 17e en 18e eeuw waren anders dan nu

Meestal horen we dat aan het einde van een kerkdienst. En dan volgt er een rijtje activiteiten. Heel gevarieerd soms. Er zijn gemeenten waar de huisbezoeken van de kansel afgelezen worden. Van wie de gelezen preek was. En de vele bijeenkomsten, orgelconcerten en vergaderingen die worden opgesomd.

J. Mastenbroek
22 July 2013 20:52Gewijzigd op 15 November 2020 04:53
Grote Kerk Naarden. Foto RD, Anton Dommerholt
Grote Kerk Naarden. Foto RD, Anton Dommerholt

Want er wórdt wat afvergaderd… Je kunt het zo breed niet bedenken of er wordt wel een avond voor belegd. In onze gemeente worden de afkondigingen zo sober mogelijk gehouden. Er is geen enkele behoefte om vanaf de preekstoel de mededelingen uit kerkbode te herhalen. Soms wordt er bij de afkondigingen simpelweg naar dit informatieblad verwezen: „Nadere bijzonderheden vindt u in de kerkbode.”

Ooit bezocht ik op een tweede feestdag een dienst in een andere gemeente. De gehoorde preek werd als het ware overstemd door een reeks bekendmakingen van heb-ik-jou-daar. Allemaal betrekking hebbend op van alles en nog wat, activiteiten die al een paar uur nadat de koster de kerkdeuren had gesloten, zouden beginnen. Inclusief een barbecue, een boerenerfhuis en auto’s wassen op het kerkplein. Natuurlijk met de beste bedoelingen en voor goede, zelfs uitstekende doelen. Toch nam het de indruk van de preek min of meer weg. Wordt ons in de preek voorgehouden dat we doorgaande reizigers zijn, op weg naar onze eeuwige bestemming, dan haakt een mededeling over een strandwandeling daar bepaald niet op in. Hoewel een ondergaande zon die in zee lijkt te verdwijnen óók een prediking van de voorbijgang kan zijn. Maar dat terzijde.

Het is goed dat afkondigingen zo beperkt mogelijk worden gehouden. Daarmee is een eeuwenoude traditie evenwel doorbroken. In de 17e en 18e eeuw zagen de kanselafkondigingen er wel even anders uit dan tegenwoordig. Uiteraard geen barbecues of fietstochten voor Woord en Daad. Maar wel een reeks mededelingen. Soms tot ergernis. Dat blijkt uit het Handboek voor leeraars en kerkenraadsleden voor de Christelijke Afgescheiden Gereformeerde Kerk (1868). Daarin staat dat gemeenten „…naar middelen (moeten) uitzien om langs andere wegen de publikatiën ter kennis des volks te brengen, opdat de schending van des Heeren dag worde voorkomen.”

Want het was soms bar en boos. Men kwam niet alleen naar de kerk voor het Woord, maar ook voor het nieuws. Lotingen voor militaire dienst, tervisielegging van kohieren der plaatselijke belasting, schouwingen door waterschappen, verhuur van hooilanden, verkoop van fruit en akkergoederen, het werd allemaal afgelezen.

Bont maakte men het in het Drentse dorp Roden op 8 april 1792. Daar deelde ds. Borrius Harms Voget zelfs mee dat er „een bekwaam vaartuig” zal varen naar Groningen, behalve op zaterdag en zon- en feestdagen „tot gerief van passagiers en transport van brieven en goederen.” Pakjes of brieven konden bij kastelein Marten Vroom in café De Druif worden afgegeven. Het kon nóg erger: bekendmaking van koeien- en varkensprijzen. Er werd zelfs opgave gedaan van „gedekte merriën.” Als dat geen kansel­ontluistering is… Een volgende predikant was dit gedoe zat. Hij liet nogal eens zingen Psalm 40:3 „Geen slachtvee, geen altaren.” En dat hielp.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer