„Catechismus nog net zo radicaal als in 16e eeuw”
HEIDELBERG. Christenen zouden meer moeten beseffen wat het betekent dat ze net als Christus profeet, priester en koning zijn, stelde dr. Jason van Vliet vrijdag op een conferentie over de catechismus in Heidelberg.
Dr. Van Vliet is docent dogmatiek aan de theologische opleiding van de Canadian Reformed Churches, een zusterkerk van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Hij sprak op de tweede conferentiedag over het drievoudig ambt van Christus en de gelovigen zoals de catechismus dat beschrijft in zondag 12.
In de Rooms-Katholieke Kerk, de dominante kerk in 1563, het geboortejaar van de catechismus, was heel duidelijk wie priesters waren: een priester was een man en behoorde tot de geestelijkheid. Dr. Van Vliet: „Dan komt de radicale catechismus die durft verklaren dat iedere ware gelovige, man of vrouw, jong of oud, een priester is.”
Misschien is de catechismus in de 21e eeuw nog wel net zo radicaal, stelde de Canadese theoloog. „Wie van u heeft vanmorgen gedacht dat u de nieuwe dag begon als profeet, priester en koning?” vroeg hij de aanwezigen.
Dr. Van Vliet weersprak de kritiek dat de Bijbel niet zou spreken over een profetisch ambt van Christus. Hij verwees naar Jesaja 61, dat spreekt over de zalving van de Messias voor een profetische taak. In 2 Samuël 23 spreekt David als profeet, hij was dus koning-profeet, zoals Melchizedek priester-koning was. Het Nieuwe Testament trekt deze lijnen door naar Christus.
Christenen zouden meer besef moeten hebben van het feit dat ze een ambt bekleden, vindt hij. „Van een ambt kun je geen vakantie nemen. Er moet in ons een besef van ambtelijk bewustzijn en verantwoordelijkheid groeien. We moeten moedig zijn. Niet in onszelf, maar in onze grote Profeet, Priester en Koning, Jezus Christus.”
Dr. Michael Horton, hoogleraar dogmatiek aan Westminster Seminary California, hield ’s morgens een lezing over het christelijk leven in de Heidelbergse Catechismus. Hij roemde de uitleg van de Tien Geboden in de Heidelberger. „De catechismus geeft geen regels, maar algemene richtlijnen die in concrete situaties toegepast moeten worden. Dat is precies het tegenovergestelde van wetticisme, dat regels stelt die voor alle situaties gelden.”
’s Middags sprak dr. Joel Beeke over de zekerheid van het geloof in de Heidelbergse Catechismus. Volgens Beeke, die president van en docent dogmatiek is aan het Puritan Reformed Theological Seminary in Grand Rapids, weten veel mensen niet wat geloofszekerheid is. „Ze zeggen: Ik geloof, dus ik heb zekerheid.”
Dat de reformatorische traditie in de 16e en 17e eeuw op het punt van de geloofszekerheid weggegroeid zou zijn van de Reformatie, is historisch onhoudbaar, vindt dr. Beeke. Voor alle reformatorische theologen vormden de beloften van het Evangelie de primaire bron van geloofszekerheid. Daarnaast dragen ook de vruchten van het geloof en het getuigenis van de Heilige Geest bij aan de geloofszekerheid, zo stelde hij.
Deze aspecten zijn ook alle te vinden in de Heidelberger, de Dordtse Leerregels en de Westminster Confessie, zo liet dr. Beeke zien.