Commentaar: Nieuwbouw kerken geen teken van opleving orthodox-christendom
De provincie Gelderland is een kerkelijk Mekka, zo kopte deze krant donderdag boven een artikel. Onderzoek van Omroep Gelderland heeft namelijk uitgewezen dat er de afgelopen vijftien jaar nogal wat nieuwe kerken gebouwd zijn in deze provincie. De omroep telde er maar liefst veertig. Ze staan vooral in de Noordwest-Veluwe, de Gelderse Vallei en een deel van de Betuwe. Het is dat deel van Nederland dat deel is van de zogenoemde Bijbelgordel, een streek waar veel orthodoxe christenen wonen.
Wie inzoomt op de cijfers in het onderzoek, kan niet anders dan concluderen dat er voor blijdschap over deze ‘hausse’ aan nieuwe kerkgebouwen geen reden is. Afgezien natuurlijk van het feit dat het voor een gemeente altijd een bijzondere en blijde gebeurtenis is een nieuw of vergroot kerkgebouw in gebruik te kunnen nemen.
Voor een buitenstaander lijkt het er, mede door de publicatie van het onderzoek van Omroep Gelderland, op dat kerken die overgaan tot de bouw van een nieuwe kerk explosief groeien. Soms is dat ook het geval voor wat betreft de plaatselijke gemeente. Maar wie het landelijk bekijkt, ziet al snel dat de groei niet zozeer groei is, maar veel meer een verschuiving van leden van de ene plaats naar de andere.
Duidelijk is dit te zien bij de nieuwbouw van kerkgebouwen in de Gereformeerde Gemeenten. Gemeenten van dit kerkverband die sterk groeien, zien hun aanwas voornamelijk van andere gemeenten uit hetzelfde kerkverband komen. Nog iets scherper geformuleerd: er blijkt sprake van een doorgaande concentratie van kerkleden in bepaalde dorpen in de Bijbelgordel. Over de hele breedte bezien, is de ledenaanwas van de Gereformeerde Gemeenten namelijk gering (218 voor het jaar 2012).
Prof. dr. Hijme Stoffels wijst er terecht op dat de nieuwbouw van kerken in de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) voornamelijk een verschuiving betekent van kerkleden van hervormde gemeenten naar hersteld hervormde gemeenten. Geen ‘echte’ groei dus, al groeit het ledental van de HHK wel sneller dan dat van de Gereformeerde Gemeenten.
En dan zijn er nog de groeiende evangelische gemeenten. Hoewel Stoffels meent dat vooral zij de komende tijd de statistische wind mee zullen krijgen, is ook hun groei voornamelijk het gevolg van een verschuiving. Voor nogal wat evangelische gemeenten zijn andere plaatselijke kerken de belangrijkste bron van instromers.
Het plaatje is dus lang niet zo mooi als het lijkt. Groei is er in sommige plaatsen. Maar het is in wezen een geografische concentratie van orthodoxe christenen en geen groei van landelijke kerkverbanden.
De vraag die gesteld moet worden, is of deze concentratie van Bijbelgetrouwe christenen in een beperkt aantal plaatsen in ons land wel zo’n goede ontwikkeling is. Dat het begrijpelijk is, hoeft geen betoog. Waar een grote orthodox-christelijke gemeenschap is, is het voorzieningenniveau voor deze groep (scholen, verenigingen) vanzelfsprekend hoog. Christus noemt christenen echter het zout der aarde. En hoewel iedere vergelijking z’n beperkingen heeft, ligt de kracht van zout nooit in de concentratie ervan.