Het Openbaar Ministerie (OM) had 10 jaar cel tegen K. geëist. Hij werd vorig jaar mei opgepakt. Aanvankelijk zweeg K., maar later legde hij een aantal bekentenissen af, die hij vervolgens weer introk.

De rechtbank vond de bekennende verklaringen geloofwaardig en bruikbaar voor het bewijs. De eis van het OM achtte de rechtbank te laag, vanwege de ernst van de feiten en het belang van de maatschappij om tegen K. beschermd te worden.

Volgens de rechter is bewezen dat K. tussen 2008 en 2012 11 branden heeft gesticht. Hij had het voorzien op woningen, bossen en auto’s. K. was actief bij de vrijwillige brandweer en werkte als centralist op de alarmcentrale. De rechtbank rekent het hem zwaar aan dat hij zijn woonplaats Laren en omgeving jarenlang in angst heeft laten leven door zijn daden.

De brandstichtingen hebben alleen materiële schade tot gevolg gehad. K. heeft verklaard dat hij leegstaande panden uitzocht. Niettemin stichtte hij in één geval ook brand in een huis waarin de bewoners lagen te slapen. Het is slechts „een gelukkig toeval’, aldus de rechtbank, dat de brand tijdig werd ontdekt. De rechter verwijt K. ,een schrijnend gebrek aan respect voor zijn medemens.”

K. heeft beweerd dat hij zijn bekentenissen onder druk van de recherche heeft afgelegd, maar volgens de rechtbank is daarvan geen sprake geweest. Een selectie van de politieverhoren heeft de rechter op video ter zitting bekeken. Uit die beelden bleek dat de verhoren rustig zijn verlopen. K. heeft gelegenheid gehad om te overleggen met zijn advocaat.

Volgens de rechter is het gevaar groot dat K. opnieuw tot brandstichting overgaat. De man heeft geweigerd mee te werken aan onderzoeken door een psycholoog of psychiater. Inzicht in zijn drijfveren is daardoor uitgebleven.