In Washington lobbyen amishleden momenteel bij de regering-Bush. De regering-Clinton heeft de vrijstelling nooit willen geven.

Het probleem wordt voor de amish steeds dringender, omdat velen van hen inmiddels de overstap maakten van de traditionele landbouw naar meubelmakerijen. De 150.000 leden tellende amishgemeenschap maakt geen gebruik van moderne technologie of stroom van de elektriciteitscentrale. In hun werkplaatsen gebruiken ze echter wel dieselmotoren.

Volgens de amish vormt de wet een bedreiging voor hun unieke cultuur, die grote nadruk legt op stoere zelfredzaamheid. Zij willen de jongeren in hun tienerjaren een ambacht leren. „Deze werkzaamheden geven onze jongeren een goede werkethiek”, aldus Willian Burkholder, eigenaar van een houtzagerij, tijdens een hoorzitting voor afgevaardigden van het Amerikaanse Congres. „Als we zouden toestaan dat ze tot hun achttiende jaar niets deden, zoals de wet voorschrijft, dan zouden ze absoluut waardeloos worden. Wij willen dat ze een vak leren en gehoorzaam leren zijn. Doen we dat niet, dan gaan ze alleen maar kattenkwaad uithalen. Voor je het weet, zijn ze aan de drugs, de drank en de wilde feesten. Onze jeugd doet dat niet.”

De opvattingen van de regeringsleden lopen sterk uiteen. Arlen Specter, republikeins senator van Pennsylvania, is voor het verlenen van vrijstelling. In zijn ogen gaat het hier om de vrijheid van godsdienst. „Wat is gevaarlijker? In een houtzagerij werken of een regering die de bevoegdheid heeft om een godsdienstige gemeenschap de mogelijkheid te ontnemen hun kinderen een ethiek bij te brengen die past bij hun cultuur?”

Tegenstanders, zoals senator Edward Kennedy, zijn bang dat als er water bij de wijn wordt gedaan, uiteindelijk de bescherming van alle Amerikaanse kinderen tegen kinderarbeid gevaar loopt.