Bouwer TGV ging van snelste trein naar grootste windmolen
De TGV staat nog altijd vooraan in de vitrine van de Franse fabrikant Alstom in Saint-Ouen. Prachtig, die hoge snelheid, maar de opbrengsten blijven laag in verhouding met de winstgevendheid van andere bedrijfsonderdelen.
Daar zal de komende tijd zeker geen verandering in komen. Sterker, in Frankrijk worden er voor het eerst vraagtekens gezet bij de kosten van de hogesnelheidstrein. Terwijl in Nederland het laatste woord over het fiasco rond de Fyra nog niet is gezegd, sloeg Frankrijk vorige week een nieuwe koers in als het gaat om het investeren in nieuwe hogesnelheidstrajecten.
De Franse regering nam onlangs de resultaten van een onderzoekscommissie ter hand en concludeerde dat de miljarden voor nieuwe TGV-lijnen beter elders besteed kunnen worden. Het is niet de tijd voor nieuwe trajecten waar slechts zakenlieden van profiteren.
Daarbij kijken ook zij steeds vaker naar hun portemonnee. Door de economische crisis kozen vorig jaar minder reizigers voor een rit met een snelle trein. De bestaande lijnen kampen met een dalende rentabiliteit als gevolg van de hogere prijs voor elektriciteit en de jaarlijkse hogere rekening die de Franse spoorwegen betalen om de treinen op het huidige netwerk te laten rijden.
Prioriteit
Uitstellen dus, de plannen voor nieuwe TGV-lijnen. In 2030 kijkt Frankrijk weer verder. Voorlopig is Parijs van mening dat nieuwe investeringen alle reizigers ten goede moeten komen. Het verbeteren van het regionale spoornetwerk heeft daarom nu prioriteit.
De transportsector van Alstom, een concern dat wereldwijd infrastructuur voor transport en elektriciteit levert, krijgt de komende tijd vrijwel zeker te maken krijgen met opdrachten die op het eerste gezicht wellicht minder groots lijken. De stad Avignon besloot onlangs om Alstom te kiezen voor het nog aan te leggen tramnetwerk. Een minder flitsende order misschien, maar toch goed voor een bedrag van 44 miljoen euro.
Het verkopen van nieuwe flitstreinen in het buitenland blijft lastig. Deden de Nederlanders en de Belgen in 2003 al moeilijk over de prijs van een Franse TGV, ook Saudi-Arabië was niet bereid om zo veel geld neer te tellen voor een trein van Franse makelij. Mooie spullen, maar te duur. De opdracht voor een flitstrein tussen Jeddah, Mekka en Medina ging naar Spanje.
Turbines
Alstom dankt de helft van de totale omzet tegenwoordig aan orders uit opkomende markten in India en China. De energietak van het concern bouwt turbines voor warmtekrachtcentrales en legt vaak ook het omliggende spanningsnet aan. Een activiteit die als gevolg van de crisis van 2008 en de daling van respectievelijk het verbruik van elektriciteit steeds minder in Europa en de Verenigde Staten ontplooid kon worden.
Die crisis had het concern de das om kunnen doen. Maar dat gebeurde niet. De in 2003 aangetreden president-directeur Patrick Kron (59) was op tijd een andere weg ingeslagen. Om het bedrijf te redden van de ondergang gingen overbodige onderdelen in de verkoop en klopte Kron bij de Franse staat aan voor leningen om verder te gaan met de potentieel gezonde onderdelen van het concern. Een operatie die vele tienduizenden werknemers hun baan kostte, maar die het concern er uiteindelijk bovenop hielp.
Voor Kron was het van het allergrootste belang dat Alstom op zoek ging naar nieuwe afzetmarkten. De blik van het concern was daarbij gericht op het oosten: de toekomst van Alstom lag in India, Rusland en China. En die visie bleek succesvol. Inmiddels is Alstom weer aan de Parijse beurs genoteerd en groeide de orderportefeuille de afgelopen drie kwartalen met 14 procent. De omzet van het bedrijf besloeg in 2012 ruim 19 miljard euro en wordt voor 90 procent buiten Frankrijk behaald.
Rotorbladen
Sinds enkele jaren is Alstom ook op het terrein van de windenergie actief. Het concern nam in 2007 het bedrijf Ecotecnia over en bouwt sindsdien windmolenparken over heel de wereld. Kron wil dat Alstom een belangrijke speler wordt en verrijkte de windmolenmarkt vorig jaar met een Frans technologisch hoogstandje, letterlijk en figuurlijk. Met de Héliade, de allergrootste windmolen ter wereld, heeft Alstom een monster dat in vergelijking met zijn voorgangers twee keer zo veel elektriciteit kan produceren. Opnieuw dus een visitekaartje van formaat.
Blijft de vraag wat dit moois allemaal moet kosten. Alstom is het mislopen van de order in Saudi-Arabië niet vergeten en weet wat het is om zichzelf uit de markt te prijzen. Het verbeteren van de competitiviteit, van de verhouding tussen prijs en kwaliteit, daar draait het bij het Franse bedrijf nu om.