Bijstandstrekker niet te snel observeren
AMSTERDAM (ANP). De sociale dienst in Amsterdam is te snel overgegaan tot het heimelijk observeren van een bijstandsgerechtigde van wie werd vermoed dat hij de boel tilde. Omdat de observatie de privacy schendt, had de dienst eerst een „minder ingrijpend” controlebezoek moeten afleggen.
Dat oordeel heeft de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, uitgesproken. Evenals de rechtbank Amsterdam vindt de raad dat medewerkers van de gemeente in dit geval de privacy van de bijstandsontvanger ten onrechte hebben geschonden.
De bijstandsontvanger had opgegeven in een deeltijdbaan in een naaiatelier te werken. De mensen van de sociale dienst observeerden hem vanaf de openbare weg gedurende 19 dagen in totaal 17 keer. De persoon in kwestie bleek inderdaad ook te werken op dagen dat hij naar eigen zeggen vrij was.
De observaties mogen echter niet als bewijs dienen, aldus de raad, die naar Europese regels verwijst. De raad vindt dat de gemeente eerst de werkplek van de cliënt had kunnen bezoeken als hij volgens zijn verklaring niet zou werken. Als dan was gebleken dat dit niet klopte, had de gemeente observatie kunnen inzetten om de omvang van de werkzaamheden vast te stellen.
Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep is een eindoordeel. Partijen kunnen niet in beroep.