Levendig
Psalm 143:11
„O HEERE, maak mij levend om Uws Naams wil; voer mijn ziel uit de benauwdheid om Uw gerechtigheid.”
Dit is de grondslag van de levendige gesteldheid, dat de ziel het verstand, de wil, het geweten van dode werken gereinigd heeft door het bloed van Christus, Die Zich door de eeuwige Geest Gods onstraffelijk opgeofferd heeft (Hebr. 9:14, 16). Dit bloed alleen kan en moet ons van alle zonden reinigen. Zo niet, zo zullen we ervaren dat er een last ligt op onze ziel, hoe graag hij zich ook omhoog wil verheffen.
U ziet dat dit de grondslag is van het geestelijk leven, dat steeds moet onderhouden worden om krachtig en levend te blijven. Er moet een gedurig wassen en reinigen zijn van het geweten in het bloed van de Heere Jezus Christus! Dit werd in de levitische eredienst afgebeeld. De priester mocht niets doen of hij moest bij het wasvat komen. Daar kreeg hij zijn onreinheid te zien. Dan moest hij zich wassen en reinigen eer hij zijn werk deed.
Het verzuim hiervan in het geestelijk leven zorgt voor wegkwijnen en ziekte, omdat men door dit te verzuimen een onverzoende schuld op zich laadt. Maar als men dit ter harte nam, zou men levend zijn en de kracht van dit woord bevindelijk kennen: „En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek, want het volk, dat daarin woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben.”
Alexander Comrie,
predikant te Woubrugge
(”Verzameling van leerredenen”, 1749)