Commentaar: Basisschool moet vroeg beginnen met Engels
Het vak Engels blijft een zorgenkind, ondanks alle acties afgelopen jaren om de resultaten bij de leerlingen te verbeteren. Gisteren stuurde staatssecretaris Dekker (Onderwijs) een plan van aanpak naar de Tweede Kamer waarin hij ervoor pleit om zo vroeg mogelijk op de basisschool met Engels te beginnen. Het vak is verplicht vanaf groep 7, maar een groeiend aantal scholen start er al mee in groep 1.
Dekker wil het mogelijk maken dat basisscholen 15 procent van hun lestijd aan een vreemde taal –het liefst Engels– besteden. Dat kan door het als vak op het rooster te zetten, maar ook door Engels te spreken tijdens bijvoorbeeld de geschiedenis- of gymles. De Onderwijsraad pleitte hier in 2008 al voor. De wet moet dan wel worden aangepast, want die schrijft voor dat Nederlands de voertaal is op de basisschool.
Het pleidooi van Dekker verdient een serieuze kans. Het belang van Engels neemt alleen maar toe. De wereld is een dorp met Engels als voertaal. Daarom kan er niet vroeg genoeg begonnen worden met het leren ervan. In de praktijk blijkt dat jonge kinderen spelenderwijs een vreemde taal makkelijk oppikken. Bijna duizend basisscholen hebben hiermee afgelopen jaren goede ervaringen opgedaan. Volgend jaar start er zelfs op twintig basisscholen een experiment met volledig tweetalig onderwijs. In het voortgezet onderwijs –het vwo– is dit al gangbaar.
Er ligt echter een aantal belangrijke vragen. Zijn leerkrachten op de basisschool in staat goed Engels te geven? Is er geschikt lesmateriaal voorhanden? Gaat de aandacht voor Engels niet ten koste van andere vakken? Hoe is de aansluiting met het voortgezet onderwijs? De praktijk laat zien dat er veel te verbeteren valt.
Die noodzaak doet zich in het reformatorisch onderwijs nog sterker voor. Leerlingen van deze scholen voor voortgezet onderwijs scoren een punt lager bij Engels dan het landelijk gemiddelde. De oorzaken zijn bekend. Eén ervan: ze worden minder blootgesteld aan Engels via televisie en films. Dat verschil zal overigens kleiner worden, omdat ook reformatorische jongeren volop gebruikmaken van moderne media.
Aan Driestar Educatief in Gouda draait sinds enkele jaren het lectoraat Engels. Het heeft een ”deltaplan” gemaakt om de resultaten bij het vak op reformatorische scholen te verbeteren. Het lectoraat richt zich niet alleen op het voortgezet onderwijs, maar nadrukkelijk ook op het basisonderwijs. Speerpunten zijn onder meer het vergroten van de taalvaardigheid bij (aanstaande) leraren, het beschikbaar stellen van lesmateriaal dat aansluit bij de identiteit van de scholen en het betrekken van ouders bij het onderwijs in de Engelse taal.
Onderzoek van het lectoraat laat zien dat veel reformatorische scholen enthousiast met Engels bezig zijn, maar legt ook knelpunten bloot. Het ontbreekt aan een gestructureerde aanpak, er hangt te veel af van het enthousiasme van het team of zelfs de individuele leerkracht, de resultaten worden niet gemeten en scholen wisselen geen ideeën met elkaar uit.
Er staat echter een stok achter de deur: Engels maakt vanaf 2015 deel uit van de eindtoets in het basisonderwijs. Huiswerk dus.