Dat was de kern van de boodschap die voorzitter G. Beuker van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) woensdag op een pensioencongres in Wassenaar naar buiten bracht. Hij wil vasthouden aan het ambitieniveau: een oudedagsvoorziening van 70 procent van het loon, een algemeen aanvaarde norm.

Pensioen is in de ogen van Beuker geen luxe. Discussie over de pensioenen in de tweede pijler (de eerste is de AOW) is volgens hem dan ook niet aan de orde. „We moeten nu niet zeggen dat aardappelen met jus ook voedzaam is en dat een glas water ook dorst lest.” De pensioenen uit de tweede pijler zijn volgens de VB-voorman een noodzakelijke aanvulling op de AOW-uitkering, het basispensioen dat iedereen ouder dan 65 jaar via de overheid ontvangt.

Het debat over de zekerheid van pensioenen baart de VB-voorzitter zorgen. Een grote mate van zekerheid, 99,5 procent zoals de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) heeft genoemd, maakt pensioenen peperduur. „Een zekerheid van 95 procent lijkt mij acceptabel”, aldus Beuker. Daarbij bestaat het risico dat gemiddeld een keer in de twintig jaar de pensioenen niet volledig kunnen worden aangepast aan de prijs- of loonontwikkeling.

Beuker komt met zijn uitspraken een dag nadat het Centraal Planbureau (CPB), De Nederlandsche Bank (DNB) en de PVK in een tussenrapport aan staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken hebben gewezen op de economische gevolgen van een hoge mate aan zekerheid over de oudedagsvoorziening. Welke zekerheid (oud-)werknemers krijgen over hun pensioen, bespreekt het kabinet met de sociale partners in de Stichting van de Arbeid (STAR).