Kamer akkoord met deelname VN-missie
De Hr. Ms. Rotterdam is woensdagmorgen met 270 opvarenden vertrokken naar de kustwateren van Liberia om daar deel te nemen aan de VN-operatie Unmil. De Tweede Kamer, met uitzondering van regeringspartij VVD, heeft dinsdagavond ingestemd met de drie maanden durende uitzending van het amfibisch transportschip.
Minister Kamp van Defensie en minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken zijn er tijdens een bijna vier uur durend debat in geslaagd de Kamer te overtuigen van het nut en de noodzaak van deelname aan de VN-operatie Unmil in het West-Afrikaanse Liberia. De meeste kamerfracties hadden aanvankelijk twijfels, omdat er geen groot land, zoals de VS of Groot-Brittannië, meedoet. Dat bemoeilijkt de evacuatie van de Nederlandse militairen als de vlam in de pan slaat in Liberia.
Minister Kamp betoogde dat grote landen „wel degelijk” bij de operatie zijn betrokken, omdat ze actief zijn in buurlanden zoals Sierra Leone en Ivoorkust. Bovendien stuurt China honderden militairen naar Liberia. Tot een evacuatie hoeft het niet te komen. Een overhaast vertrek is volgens de VN „uitermate onwaarschijnlijk.” Nederland doet alleen mee vanaf zee en is daarom niet betrokken bij de landoperatie.
CDA-woordvoerder Eurlings sprak de vrees uit dat de Nederlandse militairen worden „meegezogen in scenario’s waar ze niet op zijn voorbereid” als de situatie op het vasteland uit de hand loopt. Die mogelijkheid is volgens Kamp echter „absoluut uitgesloten.” De opvarenden van de Rotterdam beperken zich tot het per helikopter ophalen van gewonde VN-mensen vanaf beveiligde plaatsen in Liberia en het vervoeren van militaire goederen tussen Liberiaanse kustplaatsen. Opdrachten die buiten de afspraken vallen, zoals het evacueren van gewonde VN’ers vanuit onveilige gebieden en het ophalen van gewonde Liberianen, hoeven de militairen van Kamp niet op te volgen. Mocht er een crisis ontstaan waarin de Rotterdam wel kan helpen, dan zal Kamp met zijn militaire top op dat moment bekijken of hulp verantwoord is.
Regeringspartij VVD liet zich als enige fractie niet overtuigen door de bewindslieden. De belangrijkste bezwaren tegen de missie zijn voor de VVD dat er geen groot westers land is met een forse militaire bijdrage aan Unmil, dat het commando in handen is van een VN-generaal en dat er een slecht beeld kan ontstaan van de Nederlandse militairen als zij weigeren gewonden op te halen van de vaste wal omdat dat te gevaarlijk kan zijn.
Minister Kamp onthulde na vragen van Koenders (PvdA) en Bakker (D66) dat de VN het kabinet in eerste instantie hebben gepolst voor een veel grotere bijdrage voor Liberia. De VN vroegen onder meer om commando’s en Apache-gevechtshelikopters, aldus Kamp. Een formeel verzoek daartoe is echter nooit gedaan. Kamp zou daar trouwens niet op zijn ingegaan, omdat hij niet wil dat Nederland betrokken raakt bij de operatie op het vasteland.
Minister De Hoop Scheffer haalde in het debat uit naar de Nederlandse VN-generaal Cammaert. Hij noemde het onjuist en niet passend dat Cammaert, nog voordat het kabinet had besloten over de bijdrage met de Hr. Ms. Rotterdam, in de media had gezegd dat Nederland „moreel verplicht” is mee te doen aan de VN-operatie Unmil.
De Rotterdam is woensdagmorgen rond 11 uur vanuit thuishaven Den Helder vertrokken naar Liberia. Het amfibisch transportschap keert eind februari terug naar Nederland.