”Van horen naar zeggen”
Auteur: drs. J. Westland
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2003
ISBN 90 435 0696 6
Pagina’s: 111
Prijs: € 8,95. ”Van horen naar zeggen” - onder deze titel verscheen het eerste deel van een nieuwe twaalfdelige reeks. Doel hiervan is gemeenteleden de waarde van het gereformeerde belijden voor onze tijd te laten zien. De reeks wordt uitgegeven onder verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.

Het is een goede gedachte de reeks te beginnen met een boekje waarin de actualiteit van de gereformeerde belijdenis voor onze tijd duidelijk aangewezen wordt. Deze tijd wordt gekenmerkt door het subjectivisme: de neiging om sterke nadruk te leggen op persoonlijke meningen, inzichten en ervaringen. Velen weten niet meer wat zij moeten geloven. Dan is het juist nodig dat de kerk richting geeft aan het denken en helder aangeeft waarvoor zij staat. Dat zij een betrouwbare leesregel aanreikt hoe de bijbelse boodschap moet worden verstaan.

Het boekje is ingedeeld in zeven hoofdstukjes. In het eerste wordt de vraag gesteld of belijden in onze tijd wel moet. Hebben we aan de Bijbel niet genoeg? De schrijver benadrukt dat we in het belijden de Bijbel samen lezen met de kerk van alle eeuwen. Het belijden is de spreekregel van de kerk. Dat geldt zowel naar binnen als naar buiten. Het werkt gemeenschapvormend en tegelijk wijst het aan waar de kerk voor staat.

In het tweede hoofdstuk wordt aangegeven hoe in de belijdenis de hoofdinhouden van de Bijbel worden vertolkt. In de belijdenissen weerklinkt wat de kerk in de Bijbel heeft mogen ontdekken als waarheid en waarvan getuigenis gegeven wordt met de zekerheid van het geloof. „Wij geloven met het hart en belijden met de mond”, is kenmerkend. Tegelijk heeft de kerk de ketterijen verworpen, als verderfelijk voor haar leven.

In het derde hoofdstuk worden momenten uit de geschiedenis van het belijden weergegeven. Waar de gemeente openlag voor een veelheid van meningen heeft de kerk kort en bondig onder woorden gebracht hoe men de boodschap van de profeten en apostelen heeft te verstaan. We mogen daarin Gods trouw opmerken, die Hij aan Zijn kerk tot nu toe heeft getoond.

In het vierde hoofdstuk worden de eenheid en de voortgang van het belijden aangegeven. Alles is in de loop der eeuwen wel anders geworden, maar de grondvragen zijn dezelfde gebleven. Wij leven voor Gods aangezicht. Tijd en omstandigheid zijn niet beslissend.

Actualiteit
Het vijfde hoofdstuk bespreekt de actualiteit van het klassieke belijden. Hierbij gaat het over zaken die voor het moderne, geseculariseerde leven grote betekenis kunnen hebben. De huidige problematiek kan op een defensieve manier worden benaderd. Maar vanuit het belijden kan er ook op een positieve manier op worden ingegaan. De schrijver neemt zijn uitgangspunt in de actualiteit van de verlossing die in Christus is. Van hieruit wil hij de moderne mens benaderen.

Bij mij rees de vraag of de benadering van Paulus op de Areópagus niet de voorkeur heeft. Die begon met de oproep tot bekering. De belijdenis begint ook met: God de Vader en onze schepping. De schrijver zelf beklemtoont daarna dat het sterven aan zichzelf de weg is waarin de vrede met God verkregen wordt (blz. 80).

De laatste twee hoofdstukken betreffen de vraag of een nieuw belijden met betrekking tot Israël en tot het Koninkrijk Gods als aanvulling niet wenselijk zouden zijn. Daarbij worden voor- en nadelen genoemd. Het positieve overheerst.

Een waardevol boekje, dat ik graag aanbeveel, ook voor gesprekskringen.