Een kerk zonder opa’s in Singapore
Opa speelde een belangrijke rol in zijn leven. In zijn vroege tienerjaren had hij stilzwijgend besloten de kerk de rug toe te keren. Godsdienst? Dat was zo saai. Zijn opa dacht daar heel anders over. Die leefde dicht bij de Heere. Hij was een levende brief in de stad en ouderling in de plaatselijke gemeente. Opa had iets waar veel mensen jaloers op waren.
Maar hij was helemaal niet jaloers. Totdat opa op zijn sterfbed kwam. Toen vroeg hij zijn kleinkinderen niet verdrietig te zijn. En zong hij met hen, zacht, maar duidelijk hoorbaar: „God heb ik lief, want die getrouwe Heer’ hoort naar mijn stem, mijn smekingen, mijn klagen.” Dat sloeg naar binnen en droeg vrucht. God gebruikte opa.
In onze Singaporese gemeente zijn vrijwel geen opa’s. De reformatorisch-presbyteriaanse kerk telt ongeveer 150 leden en doopleden, maar dat zijn veelal jonge gezinnen. De meesten zijn eerstegeneratiechristenen van Chinese origine die tot geloof zijn gekomen via Schots, Amerikaans of Australisch zendingswerk. Het vroege werk dat met Hudson Taylor rond 1850 in China begon en begin vorige eeuw een uitgebreider vervolg kreeg, draagt vandaag vrucht.
Onze gemeente is vooral door de Schotten beïnvloed. We gebruiken de Westminster Belijdenis en zingen de Schotse psalmen. Zonder instrumenten, met een voorzanger. En tijdens een recente kerkconferentie –een jaarlijkse traditie en sociaal hoogtepunt waarbij de hele gemeente een paar dagen samenkomt in een resort net over de grens in Maleisië– sprak ds. Kenneth Stuart. Hij is de voorganger van de Reformed Presbyterian Church of Schotland in Glasgow.
Tijdens zes lezingen ging ds. Stuart nader in op het leerstuk van ”de aanneming tot kinderen” (adoptie). In de Westminster Belijdenis is artikel 12 specifiek daaraan gewijd, tussen de stukken van de rechtvaardigmaking en de heiligmaking in. Zijn lezingen waren de moeite waard en ze zijn na te luisteren via sermonaudio.com.
Het wonder van de christelijke adoptie werd onder andere uitgewerkt aan de hand van de kernteksten 1 Joh. 3:1 („Ziet, hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft, namelijk dat zij kinderen Gods genaamd zouden worden”) en Rom. 8:15 („Want gij hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door Welke wij roepen: Abba, Vader.”)
Juist in de gesprekken naar aanleiding van dit thema viel me op wat de zegen van christelijke (groot)ouders en familie is. Veel Singaporezen worstelen met de duiding van christelijke begrippen als ”Vader” en ”kind”, omdat ze zelf nooit een christelijke opvoeding hebben gehad. De traditioneel Chinese vaderrol wijkt behoorlijk af van de Bijbelse lijn. Hoe geef je een christelijke opvoeding van je kinderen vorm, terwijl je tegelijkertijd bidt voor bekering van je boeddhistische ouders?
Veel ouderen vinden het maar niets dat hun kinderen de oude paden van het boeddhisme verlaten en het ‘moderne’ christendom volgen. Ook al zijn die paden ook niet de jongste –de Westminster Belijdenis kwam in 1646 gereed, de Schotse Psalmen in 1650– de verschillen zijn groot. Levensgroot.
Het is bijzonder te ervaren hoe we als Nederlandse en Singaporese christenen verschillen. In kleur, ogen, taal en tal van gewoonten. Maar opvallender nog zijn de overeenkomsten. We delen niet alleen de heilsgeschiedenis, maar ook het grootste deel van de kerkhistorie. Wat worden uiterlijke verschillen dan klein.
De Vroege Kerk splitste in een oosterse en een westerse tak. Die begrippen krijgen vandaag de dag een heel andere lading. „Zijn wij de Oosterse Kerk?” vroeg een gemeentelid zich af toen dit onderdeel uit de kerkgeschiedenis tijdens de volwassenencatechisatie aan de orde kwam. Spannende vraag is hoe het over een of twee generaties is. Hoe is het met de kleinkinderen als hier in de kerk wel veel opa’s zitten?
De God van opa blijft hoe dan ook dezelfde, of het nu 1650, 1773 of 2013 is. En Hij zal Zijn kinderen aannemen uit het noorden, het zuiden, het westen en het oosten.
De auteur is als adjunct-directeur en universitair docent betrokken bij een academisch ziekenhuis in Singapore. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl