Kabinetscrisis dreigt in Luxemburg
LUXEMBURG (ANP/DPA). De regering van Luxemburg dreigt woensdag te vallen door een schandaal over twijfelachtige praktijken van de geheime dienst in het groothertogdom. De sociaaldemocraten, die samen met de christendemocraten een regering vormen, stemden vrijdag in met een rapport van een onderzoekscommissie van het parlement waarin premier Jean-Claude Juncker wordt verweten dat hij de geheime dienst jaren zijn gang heeft laten gaan.
Het parlement bespreekt de kwestie woensdag. Fractieleider Lucien Lux van de sociaaldemocraten heeft gezegd dat het land een nieuw begin moet maken. Als het kabinet valt, zal groothertog Henri het parlement ontbinden en vervroegde verkiezingen uitschrijven. Die worden waarschijnlijk op zondag 20 oktober gehouden.
Juncker heeft voor het debat woensdag 2 uur spreektijd gevraagd om zich te verdedigen. De nu 58-jarige premier maakte sinds 1982, toen hij staatssecretaris van Arbeid werd, deel uit van alle regeringen die het groothertogdom sindsdien hebben geregeerd. Ook maakte hij naam als ‘vader van de euro’. Hij was van 2005 tot januari dit jaar voorzitter van de eurogroep. De Nederlandse minister van Financiën, Jeroen Dijsselbloem, volgde hem op.
De onderzoekscommissie verwijt Juncker dat hij als premier te weinig aandacht aan de inlichtingendienst besteedde. Ook na het einde van de Koude Oorlog en de instelling van een parlementaire controlecommissie bleef de dienst een eigen leven leiden en mensen illegaal afluisteren.
Het belangrijkste slachtoffer was Juncker zelf. Het hoofd van de geheime dienst, Marco Mille, nam in januari 2007 met een speciaal daarvoor ontwikkeld horloge een gesprek met de premier op. Toen Juncker dat eind 2008 hoorde, moest Mille vertrekken. Hij werd in 2010 hoofd van de beveiliging van het Duitse Siemensconcern. De dienst zou ook een gesprek tussen Juncker en de vorige groothertog Jean hebben afgeluisterd.
In de Luxemburgse media wordt er ook op gespeculeerd dat de geheime dienst betrokken was bij een reeks van 20 bomaanslagen die het groothertogdom in de periode 1984-1986 teisterden. Daardoor raakten verscheidene mensen gewond en liepen gebouwen voor miljoenen schade op. Met de aanslagen zouden de daders hebben willen bereiken dat de politie beter werd toegerust.