Advies aan CSFR: Lees de Bijbel met anderen
Bijbellezen doet je niet in je eentje, zo houdt theoloog J. H. de Wit de studenten van de CSFR voor tijdens de zomerconferentie deze week. ”Interpreteren kun je leren” is het motto. „Verrijk je blik door andere culturen.”
Kampeerboerderij De Kiek in het Brabantse Alphen bevindt zich een schilderachtige omgeving. Veel bos, kleine omzoomde weilanden en oude boerenhoeven. De zon schijnt uitbundig genoeg om ’s morgens buiten te ontbijten. De tafelpreses dankt na de maaltijd en wenst allen „goede bekomst.” Luid klinkt het: „Dank u wel, mevrouw de tafelpreses”, met hard geroffel. Zo gaat dat bij een maaltijd van de reformatorische studentenvereniging CSFR.
Het aantal deelnemers van de zomerconferentie ligt deze keer rond de honderd. Minder dan normaal, omdat veel studenten nog tentamens hebben of toetsen moeten inhalen, reageert conferentiepreses Nico van Aken. Met name de bètastudenten moeten nog een tijdje doorgaan. Zo is Delft nauwelijks vertegenwoordigd. Volgend jaar wordt de conferentie dan ook een week later gepland, weet Van Aken.
Dinsdag stond het ”intercultureel” Bijbellezen op het programma, ingeleid door prof. dr. Theo de Wit van de Vrije Universiteit. Hij is net terug uit Mexico, waar hij met Mayo-indianen de Bijbel las. „Mijn werk is om te laten zien: Wat gebeurt er als mensen van verschillende culturen teksten lezen en daarover nadenken? Alle kerken gaan ervan uit dat de Bijbel een belangrijke bron van kennis over God is. Maar als ze de verhalen lezen, ontstaan er onmiddellijk verschillen.”
De Wit baseert zijn lezing op een groot internationaal project over het verhaal van de Samaritaanse vrouw. „Als we het commentaar van Calvijn op de Samaritaanse vrouw lezen, komen we een prachtige reformatorische hermeneutiek tegen, met aandacht voor tekst en context. Maar hij heeft een heel andere visie op de vrouw dan vandaag. Zij is voor hem één grote zondares. We lezen vanuit de dominante reformatorische leestraditie, waarin we opgevoed zijn. De vragen die wij aan teksten stellen, zijn aangereikt door de traditie van de kerk waarin we geboren zijn.”
De Wit heeft tien jaar in Chili gewerkt, uitgezonden door de destijds geheten Gereformeerde Kerken. In 1909 ontstond daar de pinksterbeweging, nu zijn er 2000 verschillende pinksterkerken. Onderlinge verschillen te over. De presbyteriaanse kerk in Mexico draaide recent een besluit terug dat vrouwen ambten konden bekleden. Prompt ontstond er een nieuwe presbyteriaanse kerk waarin dat wel mogelijk was. „Het panorama dat wij als christenen de wereld bieden is dat van onmacht, verdeeldheid en schisma.”
Het vinden van één betekenis van een Bijbeltekst is hermeneutisch onzin, stelt de hoogleraar. Bij de meeste kerkvaders en rabbijnen vind je volgens hem wel de gouden regel: elke tekst in de Bijbel spreekt over de liefde. „Augustinus zegt: Houd niet op met interpreteren tot je het element van liefde hebt ontdekt. Je moet bij een tekst vragen: Leidt het tot uitsluiting, dood en verdriet, óf tot leven, vernieuwing, groei en mededogen? Dat laatste is voor mij het hoogste criterium.”
Hij noemt als voorbeeld het bevel van Jezus tot de Samaritaanse vrouw: „Geef mij te drinken.” „Negentig procent van de lezers van het genoemde project gaat eraan voorbij. Men ziet niets bijzonders achter de vraag. Totdat een vrouw uit India erop wijst dat de Samaritaanse vrouw een onreine is, zoals in India een kastenloze onaanraakbare vrouw. Als de Samaritaanse onrein is, dan is ook haar kruik onrein. Toch zegt Jezus, Die geen kruik heeft: Geef mij te drinken. De Indiase vrouw opende voor mij de diepere laag van het verhaal: Jezus overstijgt alle verschillen tussen mensen.”
Als niemand eigenaar van goddelijke openbaring is of de volheid ervan kan vatten, zo gaat De Wit verder, dan betekent dit dat we „kwetsbaar en onvolmaakt” zijn in ons verstaan van de Schrift. „De ultieme tekst zal ons helder worden in de eindtijd, als de Heer ons duidelijk zal maken: Dit is de betekenis van de tekst.”
Hij krijgt kritische vragen na afloop. Is er dan niet een betekenis van de Bijbel die algemeen geldig is? En hoe zit het met de universaliteit van het belijden, zoals verwoord in het Apostolicum? De Wit: „Belijden is universeel, niet de invulling. De kern van het verhaal van de Samaritaanse vrouw is het bevrijdende optreden van Jezus. Maar iedereen vult die verschillend in. Het startpunt is dat je je overgeeft aan het verhaal, maar lees dat verhaal ook met anderen.”
Nederlanders munten volgens De Wit uit in een afstandelijke en historische oriëntatie, niet in staat om de Bijbeltekst in te bedden in het eigen leven. Natuurlijk wil hij dat de hele wereld Jezus kent, reageert hij op een andere vraag, maar wat houdt dat concreet in? Hij refereert aan de pinksterkerk in Chili. „Daar wordt Jezus een product dat je aanschaft. Als je het niet hebt, mis je een heleboel. Het is beter om zelf een voorbeeld te zijn dan met het product rond te lopen en dat aan te bieden.”
„Student heeft goede band met kerk”
De zomerconferentie biedt een balans tussen ontspanning en verdieping, zegt Nico van Aken, deze week conferentiepreses van de CSFR. Van Aken is blij dat er een goede wederzijdse verstandhouding tussen kerk en student is. „Op de eerste dag vroeg ik of studenten geraakt waren door de prediking van afgelopen zondag. Er kwamen veel reacties los, ook onderling op elkaar. Je hoort weleens van kritiek over en weer, maar dat behoort ook bij het spel. Misschien is het ook onze taak om de kerken wat meer op te zoeken.”
„Beheer agenda steeds belangrijker”
Studeren is meer dan kennis opdoen, het gaat erom je eigen weg en ritme te vinden in het leven, stelt Pieter van Schaik, vicepreses van het landelijk bestuur van de CSFR. De druk om snel af te studeren neemt toe. Goed plannen blijft nodig. „Je ziet dat aankomende studenten het belangrijk vinden om structuur te vinden in hun leven en de agenda te beheersen. En dan lukken nevenactiviteiten best. De studentenvereniging heeft een belangrijke toegevoegde waarde om samen over de dingen na te denken.”