Vorig jaar februari oordeelde het gerechtshof in Den Haag dat 17 verdachten in de zaak vrijuit gaan. Het hof vond dat het OM niet het recht had om de verdachten te vervolgen en werd niet-ontvankelijk verklaard. Volgens de rechters in hoger beroep wisten de gemeente Terneuzen en justitie al jaren dat Checkpoint een grotere hoeveelheid softdrugs in voorraad had dan werd gedoogd. Toch grepen ze al die tijd niet in. Uiteindelijk werden de verdachten toch vervolgd.

Het OM ging daarop vorig jaar maart definitief in cassatie in 12 zaken, naast de eigenaar onder meer tegen medewerkers. De Hoge Raad vindt dat het OM alleen in uitzonderlijke gevallen niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Van zo’n uitzonderlijke situatie is bij Checkpoint geen sprake.

Checkpoint was de grootste coffeeshop van het land. Dagelijks kwamen er 2000 tot 3000 klanten. Verreweg het grootste deel was afkomstig uit België en Frankrijk. Het bedrijf draaide met 90 medewerkers een miljoenenomzet. De gedoogvoorwaarden werden daarbij overtreden. Zo was bijvoorbeeld de hoeveelheid softdrugs in de zaak veel groter dan de toegestane hoeveelheid van 500 gram. Het OM besloot vervolging in te stellen omdat de gedoogregels werden overtreden.

Het OM liet weten tevreden te zijn met het besluit van de Hoge Raad. „Deze beslissing is in lijn met het standpunt van het OM.” In hoger beroep eiste de aanklager 1,5 jaar cel en een boete van 50.000 euro tegen W. Voor de overige verdachten vroeg het OM lagere gevangenisstraffen, werkstraffen en geldboetes.