„Ze voelen zich vrij”, aldus de organisatie tegen BBC. Het christelijke meisje zou Engels leren en graag naar school gaan. Waar de 14-jarige Rimsha Masih precies woont, is niet bekendgemaakt. Ze belandde in augustus voor enkele weken in een extra streng bewaakte gevangenis.

Een imam had haar aangegeven omdat het meisje, dat naar verluidt niet kan lezen, verzen uit de koran zou hebben verbrand. De imam is later gearresteerd, omdat hij zelf de pagina’s van een koran aan de verbrande papieren zou hebben toegevoegd.

Hoewel de aanklacht tegen Rimsha werd ingetrokken, was het meisje na haar vrijlating gedwongen om met haar familie onder te duiken. Ze werd bedreigd met de dood. In Pakistan worden mensen die zijn beschuldigd van godslastering soms door burgers vermoord, zelfs als ze zijn vrijgesproken.

De zaak tegen Rimsha riep wereldwijd verontwaardigde reacties op van christenen, mensenrechtenorganisaties en westerse regeringen. Zij wijzen erop dat de beschuldiging van godslastering vaak wordt gebruikt om religieuze minderheden te vervolgen.

Lees ook:

Wat volgt er verder in Pakistan na de zaak-Rimsha?