Joegoslaviëtribunaal ernstig in opspraak gebracht
Het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag is ernstig in verlegenheid gebracht omdat een debat onder rechters over de bewijslast op straat ligt. Kernvraag: Wanneer is een commandant schuldig?
Toen de Deense rechter Frederik Harhoff een tijdje geleden zijn (vertrouwelijke) e-mail naar zijn collega’s stuurde, wist hij waarschijnlijk niet dat zijn brief de juiste trefwoorden bevatte om het tribunaal onder politieke verdenking te brengen. Sinds zijn bericht vorige week uitlekte, zijn Amerika en Israël de boosdoeners.
Harhoff vroeg zich de laatste maanden af wat er toch gaande is bij het tribunaal, waar hij sinds 2007 werkt. Vorig jaar november werden twee hoofdverdachten van het VN-hof, Gotovina en Markac, in hoger beroep vrijgesproken. De Kroatische generaals waren aangeklaagd en veroordeeld voor oorlogsmisdrijven tegen Serviërs.
In februari volgde een andere opmerkelijke vrijspraak, van Perisic. Deze Servische generaal had wapens geleverd aan zijn collega Mladic, maar de rechters die in hoger beroep beslisten achtten niet bewezen dat Perisic het plegen van misdrijven tegen de Bosniërs welbewust als doel had. Dus werd Perisic’ aanvankelijke straf van 27 jaar opgeheven.
De voorzittend rechter in beide zaken in hoger beroep was Theodor Meron. Deze Amerikaanse Jood van Poolse afkomst is tevens voorzitter van het hele tribunaal.
Eind vorige maand volgde de vrijspraak van Stanisic en Simatovic, oud-leiders van de Servische geheime dienst. Vanuit Bosnië kwamen geschokte reacties. En ook de aanklager van het Joegoslaviëtribunaal, Serge Brammertz, zei kort daarna tegenover deze krant „ontgoocheld” te zijn over dat vonnis. Gisteren kondigde hij aan in beroep te gaan.
Een paar dagen na de vrijspraak van de twee Serviërs schreef een Amerikaanse wetenschapper in de International Herald Tribune dat dit vonnis een uitnodiging zou zijn voor samenzweringen. Maar ook hij hield er waarschijnlijk geen rekening mee dat het voer hiervoor van een rechter vandaan zou komen.
De Deense rechter Harhoff beklaagde zich er in zijn brief aan enkele collega’s over dat er tot vorig najaar een „vaste rechtspraktijk” bestond om officieren verantwoordelijk te stellen voor oorlogsmisdrijven van hun ondergeschikten. Strikt genomen is dit ook een van de bestaansredenen van het Joegoslaviëtribunaal. Vanuit deze grondregel is het mogelijk hoge militairen die nooit een druppel bloed hebben gezien en zelfs politici gevangen te zetten.
Door de recente vrijspraken is er onder juristen een discussie ontstaan of de bewijslast niet is verzwaard. Volgens aanklager Brammertz is dat wel het geval. De uitspraken botsten met zijn „rechtvaardigheidsgevoel”, aldus Brammertz in deze krant.
Als het inderdaad zo is dat de rechters de bewijslast bewust hebben verzwaard, is de volgende vraag wat het motief is. Ook daarop heeft Harhoff een antwoord in zijn brief. „Men zou denken dat het militaire establishment in leidende landen (zoals de VS en Israël) heeft gevoeld dat de praktijk van het tribunaal te dicht op de verantwoordelijkheid van het militaire opperbevel kwam”, aldus de tekst van de brief zoals die in de media circuleert. Met andere woorden: Amerika en Israël zijn bang dat de rechtsregels die het Joegoslaviëtribunaal ontwikkelt op zekere dag ook tegen hun militairen worden gebruikt. En daarom hebben ze achter de schermen aangedrongen op een zwaardere bewijslast – en blijkbaar met succes.
Het zou interessant zijn geweest als Harhoff concrete voorbeelden van Amerikaanse of Israëlische beïnvloeding zou hebben genoemd. Bijvoorbeeld dat de auto van de Amerikaanse ambassadeur vaak bij het tribunaal staat. Of dat Meron in het weekeinde vaak bij de Israëlische ambassadeur aan huis komt. Dat staat er echter niet in. Het blijft daarom bij speculatie.
De kracht van de suggestie blijkt echter wel uit de effecten. De slachtofferorganisatie Moeders van Srebrenica eiste dat Meron zou worden geschorst en zijn beslissingen zouden worden herzien. In een andere zaak kwam een herzieningsverzoek, juist omdat rechter Harhoff erbij betrokken was.
Uit Amerikaanse ambtsberichten die via WikiLeaks naar buiten kwamen werd wel duidelijk dat Meron een vrij intensieve relatie heeft met de Amerikaanse diplomaten in Den Haag. Zo bleek bijvoorbeeld dat hij er enkele jaren geleden vrij sterk op had aangedrongen om toenmalig aanklager Carla Del Ponte geen nieuwe termijn te geven, omdat zij niets dan een „mediafiguur” zou zijn. Maar ook hier bleek niets van politieke druk op de rechtspraak van het tribunaal. De Amerikaanse ambassadeur voor oorlogsmisdaden heeft ook vorige week verzekerd de „onafhankelijkheid” van het tribunaal te zullen respecteren.
Na het uitlekken van de brief hullen alle betrokkenen zich in diep stilzwijgen. De enige die na veel aanvragen heeft willen reageren is aanklager Brammertz. Hij vreest een „destructief” effect van de klucht rond het tribunaal.
De reputatie van het tribunaal zal zeker worden geschaad door dit schandaal. Voor de juridische discussie is deze klucht echter niet zonder betekenis. De brief van Harhoff bewijst immers dat de discussie over de vermeende koerswijziging ook speelt in het hart van het tribunaal zelf.