Kerk & religie

Het lied van de Goede Herder

De Heer is mijn Herder. Een sopraan zong zaterdag het lievelingslied van dr. W. Aalders. In de Westerkerk, waar de 94-jarige hervormde emeritus predikant wekelijks de diensten bijwoont, waren zo’n 150 adepten van de schrijver bijeen rondom de presentatie van het slot van een drieluik, ”Apocalyps en Evangelie”.

K. van der Zwaag
3 November 2003 10:15Gewijzigd op 28 February 2023 16:04
AMSTERDAM - De 94-jarige emeritus predikant dr. W. Aalders lichtte zaterdag het slot van zijn drieluik over het Evangelie en de geschiedenis toe. Jos van der Kooij bespeelde het fameuze orgel van de Westerkerk. - Foto Paul van Weel
AMSTERDAM - De 94-jarige emeritus predikant dr. W. Aalders lichtte zaterdag het slot van zijn drieluik over het Evangelie en de geschiedenis toe. Jos van der Kooij bespeelde het fameuze orgel van de Westerkerk. - Foto Paul van Weel

Organist Jos van der Kooij speelde ”Een vaste burg is onze God”. Een onderstreping van het lutherse gedachtegoed van de eminent grise van de christelijke cultuurkritiek. Politici, historici en hervormde predikanten, vooral uit de kring van Vrienden van Kohlbrugge, maar ook van daarbuiten zoals dr. K. Blei en emeritus kerkhistoricus prof. dr. O. J. de Jong waren aanwezig. Familieleden en (klein)kinderen maakten het feestje compleet.

Dr. Aalders maakte in zijn publicaties naam vanwege zijn christelijke duiding van de geschiedenis, de tegenstelling tussen revolutie en ideologieën. Zijn levenswerk vatte Aalders samen in zijn boek over de Septuagint (1999), de Griekse vertaling van het Oude Testament, die hij vooral ziet als een brug tussen synagoge en kerk. In de intertestamentaire periode, waarin de Septuagint verscheen, viel het einde van Israëls volksbestaan en het ontstaan het Griekse rijk waarbinnen het Evangelie zich verder in de wereld verspreidde.

De twee later verschenen delen, de ”Apocalyptische Christus” (2001) en het nu verschenen ”Apocalyps en Evangelie”, zijn als het ware twee schilderijen die het eerste schilderij completeren, typeerde uitgever D. L. Aangeenbrug van Groen zaterdag het ondernemen van Aalders. Er was zaterdag wel wat onduidelijkheid over de vraag of dit nu werkelijk Aalders’ laatste boek was. Prof. dr. J. de Bruijn van het Historisch Documentatiecentrum van de Vrije Universiteit achtte het niet uitgesloten „dat we over twee jaar weer bijeen zijn.” Maar, het drieluik is officieel voltooid.

De scribent gaf zelf een persoonlijk verhaal over de noodzaak van geborgenheid in de crisis van de moderne cultuur. Dat verlangen naar geborgenheid was voor hem aanleiding om theologie studeren. Het Evangelie geeft deze geborgenheid in een wereld die steeds chaotischer en apocalyptischer wordt, zo stelde Aalders zaterdag.

Hij benadrukte dat de opstanding een feit is, een historie en geen mythe. Christus is opgestaan en het wonder is dat er ook een ecclesia is gekomen, een uit de wereld geroepen kerk. „Er is een apocalyptische Verlosser Die gezegd heeft dat het niet lang meer zal duren. Hij komt spoedig.”

Ds. L. J. Geluk, voorzitter van de Vrienden van Kohlbrugge, schetste de drie thema’s van Aalders: de staat, de godsdienst en de beschaving. Een van de rode draden in Aalders’ levenswerk is het raadsel van de geschiedenis en de dynamiek van de tijd. Cruciaal in dit alles is de waarachtigheid van Christus’ verschijning, Zijn kruis en opstanding. „Het geloof berust op feiten. Het eeuwige godswoord is in de tijd gekomen. In deze bezeten wereld met haar apocalyptische verschijnselen is er meer, en van dat meerdere legt het nieuwe boek van Aalders getuigenis af.”

Dr. G. H. van Kooten, hoofddocent Nieuwe Testament in Groningen en bekend vanwege zijn interesse voor de wijsgerige aspecten van het vroege christendom, prees Aalders om diens contextualisering van het Evangelie in de Grieks-Romeinse leefwereld. Hij prees Aalders’ nadruk op de bemiddelende rol van presbyters (oudsten) als na-apostolische schrijvers van het Lukasevangelie, de Handelingen, de Hebreeënbrief en het Johannesevangelie. „Die opent de ogen voor een langere overgangsperiode in plaats van een snelle verwachte wederkomst.”

De winst van deze benadering is volgens Van Kooten dat de orthodoxie uit haar „kramp” is gehaald, namelijk de orthodoxie die beweert dat alle bijbelboeken hetzelfde zeggen. „Aalders laat zien dat het Nieuwe Testament geen massief gesteente is, maar een kolkende lavastroom die zich door de generaties van apostelen en presbyters de tijd in begeeft.”

Van Kooten zag hierin genoeg huiswerk: Aalders bood slechts enkele proefboringen om nog rijkere mineralen op te delven. De orthodoxie wordt volgens Van Kooten „een dynamische orthodoxie”, die nieuwe inspiratie vindt om hetzelfde Evangelie in nieuwe bewoordingen tot uitdrukking te brengen. „Aalders’ boek brengt ons op de drempel van een nieuwe orthodoxie.”

Dr. W. Aalders is een symbool van een voorbijgegane generatie schrijvers. Dat bleek uit het verhaal van dochter drs. M. A. Aalders. Zij typte ook dit manuscript uit en corrigeerde het. Woorden als ”allengs”, ”schier” en ”somwijlen” liet ze staan. Verder handhaafde ze de uitbundige woordkeus. Ze leerde ook inhoudelijk veel van dit werk, zoals over de rol van de presbyters. Zij verontschuldigde zich voor het beeld dat in haar opkwam: de presbyters leken de schaapshonden die de kudde bij de Goede Herder hielden.

Na afloop zette Jos van der Kooy opnieuw het lutherse strijdlied in. De aanwezigen drukten de bejaarde schrijver de hand. Buiten in de Jordaan rinkelden de trams. De cultuurbespiegelingen van Aalders waren het volk van Mokum ontgaan.

Meer over
Dr. W. Aalders

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer