Bisschop Gijsen was trouw volgeling van Rome
ROERMOND. Orthodox-rooms en wars van vernieuwingen. De maandag overleden rooms-katholieke bisschop dr. Jo Gijsen van Roermond was een spraakmakende figuur in de Nederlandse kerkprovincie. Samen met Simonis moest hij voor Rome de gevolgen van het vernieuwsgezinde tweede Vaticaans concilie (1962-1965) tegengaan.
Jo Gijsen werd op 7 oktober 1932 in Oeffelt aan de Maas geboren. In 1957 werd hij tot priester gewijd. Gijsen studeerde kerkgeschiedenis en theologie in Münster en Bonn. Intussen doceerde hij aan het kleinseminarie Rolduc en aan het diocesaan grootseminarie Roermond.
De plotseling rijzende ster van Gijsen in rooms-katholiek Nederland moet gezien worden in het licht van de toenemende bezorgdheid van Rome over de ontwikkelingen in Nederland als gevolg van het tweede Vaticaans concilie. Er werd met betrekking tot het Nederlandse rooms-katholicisme gesproken van een crisis, een schisma zelfs. Geruchtmakend was vooral het Pastoraal Concilie van Noordwijkerhout (1966-1970), met name op het punt van de beleidsvoorstellen van opheffing van het verbod op het inschakelen van vrouwen in kerkelijke taken en de opheffing van het celibaat als voorwaarde voor het ambt.
Rome reageerde onverwacht met orthodoxe bisschopsbenoemingen van Simons (1970) en Gijsen (1972), in respectievelijk de bisdommen Rotterdam en Roermond. Tegen de gewoonte werd Gijsen niet in Roermond gewijd, maar in Rome, hoogstpersoonlijk door paus Paulus VI. Gijsen richtte in 1974 het grootseminarie Rolduc (Kerkrade) op. Het was een protest tegen de sluiting van ongeveer vijftig seminaries, die zeven jaar daarvoor vervangen werden door vijf theologische hogescholen. Nieuwe priesters leverden deze vijf opleidingen echter nauwelijks op. Rolduc verzorgde tussen 1974 en 2004 de opleiding van 180 priesters, onder wie de latere kardinaal Eijk.
In januari 1993 nam Gijsen om gezondheidsredenen ontslag. De manier waarop hij voor de waarheid van Rome streed, was vaak minder tactisch en met weinig gevoel voor het rooms-katholieke compromis. Hij trok zich terug in een klooster in Oostenrijk. Van 1996 tot 2007 was hij bisschop van Reykjavik, de hoofdstad van IJsland. Hij kwam in 2007 terug naar Nederland en werd rector van de zusters karmelietessen in Sittard.
De naam van Gijsen viel in 2010 in het misbruikschandaal in de Rooms-Katholieke Kerk. Gijsen heeft een klacht tegen hem steeds ontkend en ook de klachtencommissie oordeelde dat deze ongegrond was. Gijsen noemde de Nederlandse kerkprovincie een missiegebied. Zijn wapenspreuk was ”Parate viam Domini” (Bereid de weg des Heren). Hij heeft dat in praktijk gebracht als volgeling van Rome, waarvan hij het erfgoed verkwanseld zag in eigen land. Dat hij ook onder eigen collega-bisschoppen weerstand ondervond, maakte hem tot een tragische en eenzame figuur.