De hoop van Snowden en Assange is gevestigd op de linkse president van Ecuador, Rafael Correa. Die wees zelf de Amerikanen de deur door het verdrag over hun luchtmachtbasis in Ecuador niet te verlengen. Vanuit hun basis aan de Stille Oceaan bedreven de VS met satellieten ondersteunde spionage. In 2009 moesten de laatst Amerikaanse militairen het Zuid-Amerikaanse land verlaten.

Correa is sinds 2007 president van Ecuador. Hij kreeg het echter al in 2005 aan de stok met de VS, toen hij enkele maanden minister van Financiën was. Hij probeerde de invloed van Wereldbank en Internationaal Monetair Fonds terug te dringen. Ook vond hij dat Ecuador en de gewone burgers meer moesten profiteren van de olieopbrengsten. Die koers wist hij echter als minister niet door te drukken en trad af.

Als president deed hij nieuwe pogingen om de buitenlandse invloed op politiek en economie in Ecuador terug te dringen. Correa wilde juist dat brede lagen van de eigen bevolking meer participeren bij belangrijke beslissingen en een groter aandeel krijgen aan de rijkdom. Hij noemt zichzelf een humanist en een links georiënteerde christen. Samen met zijn inmiddels overleden Venezolaanse ambtgenoot Hugo Chávez zocht Correa naar wegen naar een nieuw „socialisme van de 21e eeuw”.

Correa bracht meer geld in het laatje door opnieuw met de internationale olieconcern te onderhandelen over de contracten. Hij gaf daarop de armste Ecuadoranen een bijstandsuitkering van 30 dollar en hulp bij de koop of de bouw van een woning. Ook werden geneesmiddelen gratis toegankelijk gemaakt.