Oudere vrouwen blijven roken
DEN HAAG (ANP). Door heel Nederland daalt het aantal rokers, behalve onder vrouwen van 65 jaar en ouder. Een op de zeven oudere vrouwen steekt nog altijd regelmatig een sigaret op. Al tientallen jaren lang wil die groep maar niet krimpen, ondanks alle accijnsverhogingen en voorlichting over de gevaren. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
„Het lijkt erop dat dit een soort ondergrens is, dat je het aantal rooksters niet verder naar beneden kunt brengen”, zegt Arie Dijkstra, hoogleraar sociale psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij heeft veel onderzoek gedaan naar verslavingsgedrag. „De meeste mensen die willen stoppen, zullen al voor hun 65e zijn gestopt. Deze vrouwen zijn hardcore rokers, ze blijven roken, ook al krijgen ze steeds meer klachten. Zij denken dat ze op de een of andere manier baat hebben bij het roken.”
Bij oudere mannen daalt het aantal rokers juist wel, van 35 procent rond 1990 tot 17 procent tegenwoordig. Maar dat komt omdat mannen vroeger veel meer rookten dan vrouwen. Mannen hebben een achterstand goed te maken. Dijkstra: „In de jaren 50 rookte 90 procent van de mannen wel eens.”
De grootste drijfveer om te stoppen met roken is de angst voor de fysieke gevolgen. Mensen voelen dat vooral tussen 45 en 65. Dan steken klachten de kop op. Dijkstra: „Mensen die willen stoppen, zijn aan het piekeren. Ze balen van zichzelf en hebben spijt dat ze ooit zijn begonnen. Het is de angst voor de gevolgen, de angst dat je jezelf die gevolgen aandoet en de angst dat anderen zien dat je jezelf dat aandoet. Dat motiveert het meest.”
Over de hele bevolking rookt tegenwoordig ongeveer 30 procent van de mannen en bijna een kwart van de vrouwen. Ooit kan het best 0 worden, denkt Dijkstra, „maar tegen welke kosten? Bovendien hebben mensen de vrijheid om hun gezondheid te schaden. Dat vinden wij een groot goed.”