In het akkoord van kabinet, bonden en werkgevers is afgesproken dat de jaarlijkse pensioenopbouw wordt verlaagd van 2,25 procent naar 1,85 procent van het inkomen. Het kabinet wilde eigenlijk de pensioenopbouw verlagen naar 1,75 procent, maar na verzet van de sociale partners legde het 250 miljoen euro op tafel om die maatregel te verzachten.

Bonden en werkgevers zeiden vorige week in een hoorzitting al dat hun ambitie een pensioenopbouw van 2 procent blijft. Daarvoor is veel meer geld nodig dan de beschikbare 250 miljoen. De FNV wijst in haar mail aan Kamerleden op financiële meevallers, hoewel het Centraal Planbureau heeft gezegd dat die er niet zijn.

D66-Kamerlid Steven van Weyenberg noemt het desgevraagd merkwaardig dat de FNV zo duidelijk afstand neemt van het pensioenakkoord dat ze heeft gesloten. „Je vraagt je af wat die akkoorden met de sociale partners nog waard zijn.”

Het pensioenplan van het kabinet, inclusief de afspraken met de sociale partners, wordt maandag in de Kamer behandeld. De toezichthouders De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten hebben al laten weten de manier waarop het opbouwpercentage wordt opgetrokken van 1,75 naar 1,85 erg ingewikkeld en ondoorzichtig te vinden. Het is nog onduidelijk of er voldoende steun voor bestaat in de Kamer.