Het aantal Twittergebruikers onder voorgangers en predikanten is sinds het laatste onderzoek uit 2011 toegenomen van 13 naar 23 procent. Twee derde van de voorgangers heeft zich op Facebook begeven, tegenover 59 procent in 2011. Barna deed in 2011 en dit jaar onderzoek onder 1263 protestantse senior-voorgangers, zo berichtte Christian Post deze week.

David Kinnaman, directeur van The Barna Group, vindt ondanks de stijgende cijfers dat veel kerken en voorgangers sociale media niet gebruiken of de kracht ervan niet benutten. Zo worden via Twitter wel berichten verstuurd, maar de mogelijkheid om op elkaar te reageren, blijft onbenut.

Zeven op de tien kerken hebben een Facebookaccount aangemaakt. In 2011 was dat nog 57 procent. Het aantal kerken dat een eigen Twitteraccount heeft, is gestegen van 14 naar 21 procent. Over het algemeen blijkt dat als het aantal leden van een kerk groot is, ook meer werk wordt gemaakt van kerkelijke presentie op sociale media.

Nieuwe media worden door kerkleiders steeds belangrijker geworden. In 2011 was iets meer dan de helft van de respondenten van mening dat sociale media een belangrijke rol in de kerk zou gaan spelen. Nu staat dat aantal op 65 procent. Vooral pastores jonger dan 47 jaar zien veel kansen.

Kinnaman waarschuwt voor twee eenzijdigheden bij het gebruik van digitale media. Ten eerste zijn die media geen toevoeging van het gemeenteleven die eventueel ook gemist kan worden. Maar succes op digitale kanalen wil aan de andere kant niet per se iets zeggen over het werkelijke gemeenteleven. „Het aantal volgers op Twitter is niet hetzelfde als het aantal mensen dat zich wijdt aan discipelschap.”

Christian Post maakte onlangs een lijst van vijf Amerikaanse kerken die het best presteren op het gebied van sociale media. Onder andere Mars Hill Church uit Seattle, van de calvinistische voorganger Mark Driscoll (1, 2, 3) scoort goed.