Veel tamtam rond feestje kerncentrale
Dreigend klinkt het gerommel van stukken hout waarmee actievoerders op holle vaten slaan. De dijk rondom de kerncentrale in Borssele staat er vol mee. Actievoerders van Greenpeace wilden er donderdag mee aantonen dat er helemaal geen reden is voor een feestje, ook al bestaat de centrale dertig jaar.
Toch lijkt hun protest aan dovemansoren gericht. Want op het officiële verjaardagsfeestje binnen werd zelfs voorzichtig gerept over een tweede Nederlandse kerncentrale.
De tamtam van activisten klinkt zelfs door in de kamer van directeur J. Bongers van EPZ, het energiebedrijf dat eigenaar is van de kerncentrale. Het verpest zijn feestje niet. Donderdag is op het terrein van de centrale een symposium gehouden over de voors en tegens van kernenergie. Ook tegenstanders waren daarbij welkom. „We moeten met elkaar in gesprek blijven”, aldus Bongers.
Lange tijd was onzeker of Nederlands enige overgebleven kernenergiecentrale het dertigjarig jubileum wel zou halen. Pas vorig jaar veegde de rechtbank in Den Bosch een plan van het laatste paarse kabinet van tafel. Dat wilde Borssele op 1 januari 2004 sluiten. Maar daarvoor ontbrak iedere juridische basis, zo oordeelde de rechter. Daardoor draait de centrale nog volop. En hoewel staatssecretaris Van Geel van Milieu pleit voor een sluiting in 2013, zit dat er wat directeur Bongers betreft niet in. „Wij willen ook na die tijd openblijven. Wat betreft de techniek en de veiligheid kan het.”
Grootste voordeel van Borssele in de geliberaliseerde energiemarkt is de efficiency, aldus Bongers. „Wij leveren de goedkoopste stroom van Nederland. De centrale is helemaal afgeschreven, dus we verdienen er alleen nog maar aan.” Voormalig D66-leider Terlouw, een van de sprekers op het symposium, steunt de directeur in zijn standpunt. Terlouw was een van de trekkers van de brede maatschappelijke discussie over kernenergie in de jaren ’80. „Wat mij betreft hoeft de centrale niet dicht. Maar ik ben er vooralsnog geen voorstander van om in ons land meer kerncentrales te bouwen. Daarvoor hebben we een te hoge bevolkingsdichtheid.”
EPZ-directeur Bongers denkt dat het politieke en economische klimaat op dit moment niet rijp is voor de bouw van een tweede kerncentrale. Vooral de technologische vernieuwingen die in zo’n centrale zullen worden doorgevoerd, kosten volgens hem bergen met geld. „Dat kunnen wij als relatief klein bedrijf niet betalen. In de huidige omstandigheden is de beslissing over de bouw van een nieuwe kerncentrale een Europese beslissing. Daarbij spelen vooral economische en financiële motieven een rol.”
Ondanks de dreiging van sluiting eind jaren ’90 is de EPZ wel altijd blijven investeren in de kerncentrale, aldus Bongers. In 1997 is het complex uitgebreid gemoderniseerd en beter beveiligd. Ook het opleiden van nieuw personeel is steeds doorgegaan. Volgens de directeur is dat een absolute vereiste, omdat voor het werken in een kerncentrale specifieke kennis is vereist. „We hebben daarom de afgelopen jaren veel kennis vastgelegd. Tussen 2006 en 2008 verwachten we een grote uitstroom van personeel van het eerste uur. Tegen die tijd moet er wel vervanging geregeld zijn.”
Mocht Den Haag de centrale toch willen sluiten in 2013, dan heeft directeur Bongers nog een paar wensen. „Wij zijn een particulier bedrijf. Dat kun je als overheid zomaar niet sluiten. Daar is een wetswijziging voor nodig. Mocht het er toch van komen dan willen we een behoorlijke zak geld aangeboden krijgen.”
Minder blij met de plannen om Borssele langer open te houden, is directeur Liesbeth van Tongeren van Greenpeace. Ze staat op de dijk tussen de 600 gele vaten, die de hoeveelheid radioactief afval moeten voorstellen die in dertig jaar is ontstaan in de kerncentrale. Voor Van Tongeren is er daarom absoluut geen reden voor een feestje. „De centrale had allang dicht moeten zijn. Er zijn goede alternatieven. Maar tot mijn afschuw hoor ik dat er zelfs voorzichtig wordt nagedacht over een tweede kerncentrale.”
Grootste probleem noemt Van Tongeren het feit dat er nog steeds geen oplossing is voor het kernafval dat overblijft na de opwekking van energie. „In al die dertig jaar is daar nog steeds niets op gevonden. Het duurt 240.000 jaar voordat het afval niet meer straalt. Dat is een periode die niet is te overzien.” Desondanks is Van Tongeren blij dat de EPZ in ieder geval het gesprek durft aan te gaan met tegenstanders van atoomstroom. „Maar de inhoudelijke discussie hebben wij al gewonnen. Kernenergie is niet veilig en dat wordt het ook niet. Punt uit.”