Onderzoek naar faillissement Landis
Er komt een onderzoek naar de gang van zaken in de afgelopen jaren bij de inmiddels failliete automatiseerder Landis.
De Ondernemingskamer in Amsterdam heeft een verzoek daartoe donderdag gehonoreerd. Het verzoek kwam van onder andere de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). De VEB verdenkt Landis van wanbeleid, waardoor aandeelhouders zijn gedupeerd.
Landis ging in april vorig jaar failliet. Het Utrechtse ict-bedrijf, dat 2800 werknemers in dienst had, kwam in de problemen door de afnemende vraag in de telecommunicatiesector. De onderneming bleef zich positief uitlaten over haar financiële positie tot kort voor het moment dat ze uitstel van betaling moest aanvragen.
De VEB, die Landis onder meer beticht van onjuiste informatieverstrekking en misleiding, wil het naadje van de kous weten. De rol die de raad van bestuur heeft gespeeld, staat hierbij centraal. Vooral grootaandeelhouder en voormalig bestuursvoorzitter P. Kuiken ligt zwaar onder vuur van de VEB en haar medestanders.
De Ondernemingskamer oordeelt dat er meer dan genoeg redenen zijn voor een onderzoek bij Landis en haar dochterondernemingen. Deze enquête komt in handen van jurist L. van den Blink. Hij kan daarbij samenwerken met onderzoekers die eerder op verzoek van de curatoren de administratie van Landis tegen het licht hebben gehouden.
Dat onderzoek, begonnen in het voorjaar van 2002, verloopt nogal traag. Waarom het nog niet is afgerond, is onduidelijk. Juist de toestand van die administratie kan er volgens raadsman H. Franke van de VEB toe leiden dat het lopende onderzoek lang gaat duren.
Franke was gisteren zeer tevreden over de uitspraak van de Ondernemingskamer. Als het onderzoek dat nu is gelast, leidt tot de conclusie dat er bij Landis sprake is geweest van wanbeleid, dan is de weg vrij voor schadevergoedingsprocedures tegen de vroegere bestuurders en de commissarissen. De VEB heeft al eerder laten weten uit te zijn op geld voor de gedupeerde beleggers.