Commentaar: Bezuinigen op mantelzorg en korting op zorginstellingen niet samen
Zorgen en werken. Dat moet een normale combinatie worden. „Net zo gewoon als dat kinderen en werken nu al zijn”, zeggen verschillende politici. Maandag discussiëren ze in Den Haag over de toekomst van de zorg.
Verschillende woordvoerders van politieke partijen hebben eind vorige week al gezegd dat het lastig is om vandaag een debat te houden over het hervormingsplan van staatssecretaris Van Rijn van Volksgezindheid. Er lijken inmiddels nieuwe bezuinigingen op komst. Afspraken die vandaag met de regering worden gemaakt, kunnen morgen alweer opengebroken worden omdat er nog meer geld uit de zorgsector moet worden geknepen.
Dat er dingen moeten veranderen in de zorgsector, daar is iedereen het wel over eens. Over de manier waarop dit moet gebeuren, wordt verschillend gedacht.
Het gevaar in dit soort discussies is dat men zich vanuit de emotie richt op een deelaspect of randverschijnsel van het probleem. Zo zijn heftige verwijten richting de ”grote graaiers” niet alleen weinig zinvol, maar ook geen uitweg. Natuurlijk, er zijn bestuurders die te veel verdienen. Maar het –terecht– aftoppen van het salaris is slechts een minieme bijdrage aan de oplossing.
Het is beslist de moeite waard om te bezien of mensen langer thuis kunnen blijven, waardoor het volume aan zorg binnen instellingen kan verminderen. Maar daar moeten dan wel de nodige voorwaarden voor worden geschapen.
In het licht van minder mensen naar de tehuizen is het eigenlijk wel merkwaardig dat er tegelijkertijd een bezuiniging van 25 procent op de mantelzorg in aantocht is. Wie zegt: zo min mogelijk mensen naar een tehuis, kan niet tegelijk stellen: we bezuinigen fors op de zorg thuis. Terecht dat daartegen protest wordt aangetekend.
Het kabinet denkt deze dubbele bezuiniging, in het tehuis en thuis, door te kunnen voeren omdat het verwacht dat de omgeving (familie, vrienden en buren) wel in het gat zal springen. Nu is er niets mis mee om een beroep te doen op de hulp en inzet van de directe omgeving. In het verleden heeft die zich er soms ook wel te gemakkelijk van afgemaakt. Maar het is te optimistisch om te veronderstellen dat familie en vrienden het grootste deel van de mantelzorg op zich zullen nemen. De gevallen waarin dat nu gebeurt zijn meer uitzondering dan regel. Niet voor niets krijgt elk jaar een aantal mantelzorgers een lintje; zo uniek en opvallend is hun zorg.
Een fors deel van de mantelzorg leggen op de schouders van de naaste omgeving betekent dat er een mentaliteitsverandering bij burgers moet komen. Mensen moeten bereid zijn zorgtaken op zich te nemen. Velen zullen dat wel willen, maar het wordt lastiger als ze daar een stuk inkomen voor moeten inleveren. Bovendien is het lang niet altijd mogelijk flexibel om te gaan met de werktijden. De combinatie werk en kinderen is vaak lastig, die van werk en zorg zal minstens zo lastig zijn. Als op die terreienen niets verandert, zullen zorgbehoevenden de slachtoffer worden van deze harde bezuinigingen.