Ontmoetingsdag Almkerk: David kon beloften aan hem niet vasthouden
ALMKERK – God heb ik lief, zegt David in Psalm 116. Kennen wij die liefde van God in ons leven? Daar zijn Godskennis en zelfkennis voor nodig. David weet Wie God is. Hij heeft het werk van God in zijn leven leren kennen.
Psalm 116 stond zaterdagmorgen centraal in de toespraak van ds. A. J. Britstra, hersteld hervormd predikant te Doornspijk, op de ontmoetingsdag in Almkerk. „David heeft in doodsangst gezeten. Hij vond benauwdheid en droefenis en is in zijn leven vastgelopen”, zei ds. Britstra. Psalm 116 is een psalm van iemand die de omgang met God kent. God had David Zijn beloften gedaan. Maar hij kon die niet vasthouden.
De banden van de dood hadden hem omvangen en de angsten der hel hadden hem getroffen. David leefde in twijfel, omringd door de mannen van Saul. Het kon alleen maar misgaan in zijn leven. „Kennen wij dat ook? Niet dat wij de twijfel tot standaard moeten verheffen”, zei ds. Britstra. „Het moet ervan komen dat we, net als David, de naam van de Heere aanroepen, en bidden of Hij de ziel van die twijfel wil bevrijden.”
Als David is vastgelopen, geeft de Heere op het alleronverwachtst uitkomst. Ds. Britstra: „God verlost hem uit de tijdelijke en geestelijke nood. Hij is een waarmaker van Zijn Woord. Alles is David uit handen genomen. Hij moet belijden uitgeteerd te zijn. David moet er tussenuit. Lege handen worden door God vervuld.”
In deze psalm grijpt David de Heere vast. Hij roept Hem aan en vraagt zijn ziel te bevrijden. Hij beroept zich op Gods genade en rechtvaardigheid. Die getrouwe God hoort zijn stem. „Dat wij die stem ook in ons leven horen. Hij is onze liefde waardig.”
Wie heeft u lief? Van wie houdt u? vroeg de Doornspijkse predikant de bezoekers. „Weet u dat God uw leven is? Niet dat dit altijd in onze beleving zo is. Het zakt wel eens weg. Dan moeten we met Jeremia klagen dat het goud verdonkerd is. Maar dan is het in de weg van boete en berouw om terug te keren.”
Als de Heere onze blik naar boven richt, gaat er weer glans van ons uit en blinkt het goud weer, stelde een bezoeker.
Volgens ds. Britstra moeten we op het strand terechtkomen, net als Jona. „In de vis riep hij in benauwdheid de Heere aan. Toen de vis hem uitspuwde en Jona op het strand stond, kon hij zeggen: Gods rechterhand doet grote kracht.” Toen Paulus schipbreuk dreigt te lijden, openbaarde God hem dat niemand zou omkomen. „Ze komen allemaal behouden op het strand aan. Is dat ook ons uitzien?”
”Rust in God”, naar aanleiding van Psalm 62, was het thema waarover eerwaarde heer J. de Boer uit Rijnsburg ’s middags sprak. David belijdt in deze psalm dat God zijn Rotssteen, Heil en Hoog Vertrek is. „Een rotssteen is een veilige plaats om te schuilen. Daar zijn we veilig”, aldus de heer De Boer. „In God als onze Rotssteen mogen we steun vinden.” Het is nodig dat we die Rotssteen kennen, stelde hij. „Een eenvoudig gelovige mag altijd schuilen bij de Heere. Hij is immers ons Heil, onze Sterkte en onze Toevlucht. Wat een rijkdom als deze God je Rotssteen mag zijn.”