Wifi onschadelijk, maar media niet
Mijn schoonvader heeft het verhaal wel tien keer verteld. Een van zijn collega’s voelde zich niet zo fit. Tijdens het koffiedrinken in de bouwkeet kreeg hij de ene opmerking na de andere. De man werd steeds bleker en ging ziek naar huis. Aansluitend citeerde schoonvader steevast de bekende dichtregels: „Een mens lijdt dikwijls ’t meest, door ’t lijden dat hij vreest, maar nimmer op komt dagen.”
Dat je sommige mensen snel ziek kunt praten, is bekend. De menselijke geest is erg manipuleerbaar. Bovendien neem je gemakkelijker iets aan wanneer dat strookt met je verwachtingen of past bij je gevoelens. Je voelt je niet zo lekker, een ander zegt dat je er bleek uit ziet, een derde vraagt of je misselijk bent en onmiddellijk voel je de hoofdpijn erger worden.
Twee weken geleden gebeurde iets dergelijks rond een artikel over een groep Deense brugklassers. Ze voerden een experiment uit met een paar bakjes tuinkers in de buurt van een wifirouter, zo’n apparaat dat zorgt voor draadloze internettoegang in huis. De meisjes kwamen op het idee voor dit experiment omdat ze het moeilijk vonden zich te concentreren op school. Zou dat komen door het mobieltje onder het kussen, vroegen ze zich af?
Het proefje leverde op wat de dames verwachtten: een foto op een Deense site laat zien dat de tuinkers bij de wifirouters niet groeide, zelfs doodging, terwijl de plantjes in een kamer verderop er fris bij stonden. „Het is ontzettend beangstigend dat de straling zo veel effect heeft en we waren dan ook erg geschokt door de resultaten van dit experiment.”
Tja. Wie zo’n verhaal oppervlakkig leest én al vond dat die mobieltjes zo slecht zijn, heeft z’n conclusie snel getrokken. „Altijd al gedacht. Laatst las ik ook zoiets over voedsel uit de magnetron. Al die straling om je heen, dat kan toch nooit goed zijn?”
Een kritische lezer voelt meteen aan dat je op deze manier geen wetenschappelijk onderzoek uitvoert en dus geen zinnig woord kunt zeggen over de vraag wat deze straling doet. Laat staan dat je zomaar een verband kunt leggen tussen omvallende tuinkersplantjes en concentratieverlies op school.
Het verhaal is intussen vakkundig gefileerd en er bleef geen spaan van heel. Er zijn de afgelopen jaren tientallen grondige onderzoeken verricht en tot nu toe hebben die geen enkel overtuigend bewijs opgeleverd dat deze straling schadelijk is, zegt de Wereldgezondheidsorganisatie WHO.
Dat betekent nog niet dat zo’n effect er niet is, want het is ontzettend moeilijk om aan te tonen dat iets niet bestaat. Wetenschappers houden daarom vaak een slag om de arm. Dat bleek deze week bij een persbericht van de Gezondheidsraad: „Geen duidelijk bewijs voor verband tussen hersentumoren en langjarig gebruik van mobiele telefoon.”
Je hebt nu natuurlijk weer mensen die niets geloven van zo’n rapport. Immers, als je altijd meende dat die straling wél schadelijk is, dan ben je niet zomaar overtuigd van het tegendeel. Is er na dertien jaar onderzoek geen bewijs dat die straling kankerverwekkend is? Maar dan misschien na twintig jaar? Hebben er acht professoren aan meegewerkt? Ach, die maken er tegenwoordig een rommeltje van, toch?
En zo houden we elkaar bezig. Liever geloof hechten aan een stel brugklassers dan aan een team wetenschappers. Zulke sceptici moeten kennisnemen van een eerder Duits-Engels onderzoek. Een groep mensen kreeg een BBC-film te zien over de negatieve effecten van straling en daarna ondergingen ze een test om te zien of ze gevoelig waren voor deze straling. Een andere groep kreeg een controlefilm te zien over internetveiligheid en onderging dezelfde test van vijftien minuten blootstelling aan een wifisignaal. Althans, dat werd hun verteld; in werkelijkheid kregen ze helemaal geen wifisignaal. U raadt al wat er gebeurde: 54 procent van de deelnemers –vooral in de groep die de BBC-film had gezien– kreeg spontaan ‘pukkels’ door die zogenaamde straling: tintelende vingers, armen en benen, concentratieverlies, angstgevoelens. Twee deelnemers waren er zo ernstig aan toe dat ze het experiment moesten verlaten. Terwijl ze in werkelijkheid geen greintje van die ‘wifistraling’ hadden ontvangen.
Wetenschappers spreken in dat geval over het nocebo-effect. Dat is het tegenovergestelde van het placebo-effect: daarbij treedt herstel op terwijl alleen een nepmiddel was toegediend. Een nocebo is een nepmiddel of nepbehandeling die ziekteverschijnselen veroorzaakt omdat de patiënt een negatief effect of een bijwerking verwacht. Die effecten kunnen zelfs dodelijk zijn. In dit onderzoek ging het om een nepbehandeling, het zogenaamd blootstellen aan een wifisignaal, waarbij de onderzochte deelnemers zulke negatieve verwachtingen hadden van de elektromagnetische straling, dat ze al klachten kregen bij de gedachte dat ze aan straling blootgesteld werden. Frappant aan dit onderzoek is dat het aantoont dat de boodschap van de BBC-film deze klachten flink had versterkt.
Zo manipuleerbaar is de menselijke geest en zo kunnen media ons beïnvloeden. Daarom citeer ik dat gedicht van hierboven nog even volledig: „Een mens lijdt dikwijls ’t meest, door ’t lijden dat hij vreest, maar nimmer op komt dagen. Zo heeft hij meer te dragen, dan God te dragen geeft.”
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad en lector nieuwe media in vorming en onderwijs van Driestar Hogeschool. Reageren? welbeschouwd@refdag.nl