Kerk & religie

De Bijbeltekst aanpassen of niet, is de vraag voor Wycliffe Bijbelvertalers

DRIEBERGEN. De ledenvergadering van de Nederlandse tak van Bijbelvertalersorganisatie 
Wycliffe, zaterdag in Driebergen, is zorgvuldig voorbereid. Na jaren van wikken en wegen komt het bestuur met een standpunt over een gevoelig thema: de vertaling van het Bijbelse begrip ”Zoon van God” in islamitische culturen.

8 June 2013 08:54Gewijzigd op 15 November 2020 04:02Leestijd 5 minuten

In zekere zin is het niets bijzonders dat Bijbelvertalers discussiëren over de juiste overzetting van de grondtekst in de doeltaal, de taal waarnaar vertaald moet worden. Sinds in 1917 de voorlopers van Wycliffe Bijbelvertalers aan de slag gingen, is dit dagelijks werk voor de organisatie.

Niet eerder in de geschiedenis was er binnen de organisatie echter zo’n groot verschil van inzicht over zo’n cruciaal punt. Al bijna twintig jaar worden er onder Bijbelvertalers verschillende standpunten ingenomen over het vertalen van het begrip ”Zoon van God”, en daarmee ook God de Vader, in een islamitische cultuur. De hamvraag is: wordt er te veel een concessie gedaan aan de islam, vanuit christelijk perspectief een afgodendienst, als in de vertaling wordt omzeild dat de Bijbel spreekt van Jezus Christus als Zoon van God?

De discussie heeft raakvlakken met een keuze waarvoor elke Bijbelvertaler geplaatst wordt: of de grondtekst zo letterlijk mogelijk moet worden overgezet, het zogeheten concordante vertalen, of dat er dynamisch-equivalent vertaald wordt. Bij die laatste methode ligt de nadruk meer op het begrijpelijk maken van de strekking van een tekst. In Nederland zijn de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling voorbeelden van concordante vertalingen, terwijl de Nieuwe Bijbelvertaling de dynamisch-equivalente methode hanteert.

De kwestie bij Wycliffe is echter ingewikkelder. Bijbelvertalers bij deze organisatie hebben vaak te maken met een cultuur waarin lezen en schrijven geen gemeengoed is. Bovendien is er meestal sprake van een zendingssituatie, waarbij de oude heidense cultuur of afgodendiensten voor extra uitdagingen zorgt. Passages uit de Bijbel die voor westerlingen niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn, kunnen door mensen uit een andere cultuur totaal anders worden uitgelegd.

Het is tegen die achtergrond dat Wycliffe niet over één nacht ijs is gegaan bij het doorhakken van knopen over de vertaling van het begrip ”Zoon van God” in talen die gesproken worden in overwegend islamitische landen.

Het lijkt ogenschijnlijk eenvoudig om in voorkomende gevallen ”Zoon van God” of ”God de Vader” te vervangen door ”Heere” of een ander alternatief. Dat is door Wycliffe in een Arabische vertaling zo gedaan. Voor Bijbelvertalers die zo concordant mogelijk willen vertalen, dreigt daarmee een principe te worden losgelaten. Helemaal te voorkomen is het niet dat bepaalde begrippen moeten worden uitgelegd. Zo kennen Papoea’s ”de goede Herder” als ”de goede Varkenshoeder”, omdat schapen of koeien in dit deel van de wereld niet voorkomen. Ook de Statenvertalers pasten bijvoorbeeld in Psalm 104:18 dit principe toe, toen ze ”klipdassen” vertaalden met ”konijnen”.

Bij het vertalen van ”Zoon van God” gaat het echter om een zo fundamenteel onderdeel van het christelijke geloof dat veel vertalers kiezen voor een letterlijke vertaling, ook als dit vragen oproept. Het standpunt is dan dat in de doeltaal uitleg voorhanden moet zijn om aan te geven wat bedoeld wordt.

Het wereldwijde karakter van het Bijbelvertaalwerk maakt dat Wycliffe internationaal georiënteerd is. Een algemeen geldende uitspraak doen over een gevoelige vertaalkwestie is dan ook een kwestie van lange adem. Al was het alleen al omdat Wycliffe feitelijk uit twee organisaties bestaat. Wycliffe Bijbelvertalers is de fondsenwervende en ondersteunende tak. Het feitelijke vertaalwerk wordt verricht door Summer Institute of Linguistics (SIL), een uitvoeringsorganisatie waarbij de vertalers in dienst zijn. De internationale organisatie Wycliffe Bible Translators kent bovendien zo’n 25 nationale afdelingen, waarvan de Nederlandse er één is.

In een eerder stadium concludeerde de internationale tak van Wycliffe dat het letterlijk vertalen van ”Zoon van God” in islamitische landen soms vragen om problemen is. De mogelijkheid moet daarom bestaan om een passend alternatief te gebruiken, stelde de organisatie. Na een storm van kritiek vanuit de achterban volgde een onafhankelijk onderzoek door de World Evangelical Alliance, een grote evangelicale organisatie. Die concludeerde enkele weken geleden dat de gekozen standaardaanpak van Wycliffe gehandhaafd kan blijven.

Critici menen echter dat Wycliffe problemen ziet die er niet zijn, bijvoorbeeld omdat in veel Arabischsprekende landen al langer christenen wonen dan moslims. Juist het ‘wegvertalen’ van Zoon van God door er ”afgevaardigde” of ”Messias” van te maken, kan het beeld versterken dat christenen onbetrouwbaar handelen. Door een aanpassing in de vertaling kiest Wycliffe er volgens critici ervoor dat de ontvangende taal en cultuur de zeggingskracht van de Bijbel bepalen of zelfs beperken.

Bovendien kan achter het idee dat Wycliffe een algemeen, wereldwijd geldend besluit moet nemen over de vertaling van ”Zoon van God”, volgens critici een westers maakbaarheidsdenken schuilgaan. Een te technische visie op vertalen kan daarnaast leiden tot het uit het oog verliezen van het geestelijke perspectief van het Bijbelse spreken. Daardoor kan een lokale Wycliffevertaler in gewetensnood raken.

Behalve onrust over de kwestie bij de eigen achterban, kreeg de uitvoeringsorganisatie van Wycliffe, SIL, in de achterliggende jaren ook te maken met verschillen van inzicht onder de vertalers zelf. Om hier greep op te krijgen, eiste SIL van medewerkers een verklaring te ondertekenen waarmee de vertalers zich scharen achter het beleid van de organisatie. In een aantal gevallen leidde dit tot het vertrek van medewerkers, ook onder de vanuit Nederland uitgezondenen.

De gevolgen voor besluitvorming van Wycliffe kunnen groot zijn. Vorig jaar vielen de inkomsten in de Verenigde Staten al terug, omdat een deel van de achterban zich niet achter het beleid kon scharen. Ook in Nederland moest de organisatie in de achterliggende weken de boer op, om een breder draagvlak te krijgen voor de besluitvorming. Zendingsorganisaties waarmee wordt samengewerkt werden geconsulteerd, onder de uitgezonden medewerkers werd een enquête verspreid. Ook andere Wycliffeafdelingen beraden zich. Later dit jaar zal blijken of zij, en de internationale Wycliffeorganisatie, in staat zijn een besluit te nemen dat niet alleen recht doet aan de Bijbel, maar ook de medewerkers en de achterban aan zich blijft binden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer