Russische ex-verslaafde nu ”vrouw van het gebed”
Vroeger was Xenia Iwanovna verslaafd aan alcohol en zwierf ze op straat. Nu gelooft de 73-jarige Russische in God en wordt ze ”vrouw van het gebed” genoemd. Ze stopt alleen met bidden als ze slaapt.
Vroeger was Xenia Iwanovna verslaafd aan alcohol en zwierf ze op straat. Nu gelooft de 73-jarige Russische in God en wordt ze ”vrouw van het gebed” genoemd. Ze stopt alleen met bidden als ze slaapt.
Ze vertelt: „In mijn geboortedorp Nizjni Vestach begon ik vijf jaar geleden een baptistengemeente, aan de andere kant van de rivier de Lena. In de winter is het dorp bereikbaar over het ijs, in de zomer met de pont over het water. Dat er een gemeente kwam, was een gebedsverhoring.”
Xenia Iwanovna heeft een ruig leven achter de rug. Na haar bekering, ruim twintig jaar geleden, bad ze zestien jaar lang tot God of ze in haar geboortedorp het Evangelie mocht verkondigen. Ze ziet het als een wonder dat ze er een kerk mocht beginnen. Hoewel ze hiermee erg blij is, kijkt ze vol medelijden naar andere delen van Rusland: „Er zijn dorpen die het Evangelie al veel langer missen”, aldus Iwanovna.
Het starten van de gemeente ging niet van een leien dakje. Iwanovna: „Toen ik hier weer kwam wonen beschikte ik niet over gas, zodat ik mijn huis met hout moest verwarmen. De bank weigerde krediet te geven voor de verbouwing van mijn huis, omdat hij me te oud vonden voor een lening.” Ook nu zorgde God voor verandering, was Iwanovna’s ervaring. Ze bad tot God en kreeg uiteindelijk toch een lening.
Mensen uit de buurt waren aanvankelijk bang dat de gemeente een sekte was, temeer daar Iwanovna kinderen uitnodigde. Sindsdien komt de veiligheidsdienst elk jaar op bezoek. „Gelukkig zijn ze zeer tevreden”, zegt Iwanovna.
Ze is nog ambitieus genoeg: „Mijn grote wens is dat er in Nizjni Vestach een grote kerkgemeenschap ontstaat, dat er goede preken worden gehouden en dat alle inwoners worden gered. Dat is mijn onvervulde gebed. God wil mij gebruiken als een Deborah. Hij werkte in mijn hart en stuurde me terug naar mijn geboortedorp.”
Huis van Leven
Xenia Iwanovna is niet de enige in Rusland die zich na een drankverslaving terugvocht in de maatschappij. In het Huis van Leven in het verre Jakoetsk komen regelmatig verslaafden binnen. Het centrum helpt deze mensen van hun verslaving af door hen met het Evangelie in aanraking te brengen.
„Ik dronk al toen ik vier was”, vertelt Gay Cherepama (44). Eerst zocht ze hulp bij de sjamanen, occulte priesters. Die spraken een vloek over haar uit „terwijl ik kwam om me te laten genezen.”
Cherepama klopte aan bij het Huis van Leven. Het rehabilitatiecentrum is beslist geen hotel, ontdekte ze. „Bewoners voorzien hier in hun eigen levensonderhoud”, zegt vrijwilliger Nicolai. „We zoeken een baan voor hen als ze die niet hebben. Iedereen betaalt voor zorg en voor eten.”
Lampen uit
Een verslaafde die er in het Huis van Leven wil komen wonen, stemt in met een strakke weekindeling. Tussen zes uur en halfzeven gaat de wekker en om tien uur ’s avonds gaan de lampen uit. Daartussen doen de cliënten veel aan Bijbelstudie en wordt er gebeden. Zo wil het centrum de verslaafden leren afhankelijk te worden van God.
Dat het strakke schema werkt, bewijst het verhaal van Raya Nanova (46). Ook zij was drankverslaafd en werd zelfs opgenomen in het ziekenhuis. Omdat ze niet over de juiste papieren beschikte, moest ze daar weer weg. Dank zij een kennis kwam ze terecht in het Huis van Leven.
„Ik vind het geweldig om hier te zijn, ik heb weer hoop gekregen”, zegt Nanova. Vroeger bezocht ze de Russisch-Orthodoxe Kerk en las ze in haar Bijbel, maar toen snapte ze niet wat ze las. „Ik zag gelovige mensen in de lucht praten, bidden. Ik bespotte mensen die voor God op hun knieën gingen. Ook in de gevangenis waarin ik was terechtgekomen, weigerde ik naar de kerk te gaan.”
Vanuit deze schijnbaar hopeloze situatie veranderde het leven van Raya. Ze leert elke dag meer over God en begon te begrijpen wat ze in de Bijbel las. Toch zal ze het rehabilitatiecentrum een keer moeten verlaten. „Hoe het me dan zal vergaan, weet ik niet. Wel weet ik dat ik het nieuwe leven niet zonder Gods hulp zal volhouden.”