Opinie

Laat wederkomst houding bepalen bij seculiere tegenwind

De wetenschap dat Christus terugkomt op de jongste dag dient van invloed te zijn op de houding van een christen in een seculiere maatschappij, stelt D. Baarssen.

7 June 2013 18:02Gewijzigd op 15 November 2020 04:02
De terechtstelling van De Brès. beeld RD
De terechtstelling van De Brès. beeld RD

Er wordt in de gereformeerde gezindte stevig nagedacht over de vraag welke houding wij aan moeten nemen in het huidige tijdsgewricht. Gesproken wordt over een seculiere storm. Op welke manier moeten wij onze reis door deze storm maken?

Het RD belegt woensdag een bezinningsavond over het thema ”Pelgrim of soldaat?” In deze opiniebijdrage wil ik de huidige problematiek vanuit een andere invalshoek belichten. Een invalshoek die nog niet eerder de revue passeerde: het perspectief van Christus’ wederkomst en het laatste oordeel.

Wie het nieuws volgt, zal het niet ontgaan dat wij leven in een aangrijpende tijd. Er is wereldwijd gezien sprake van crises, oorlogen, overstromingen, brand, vervolging, enzovoort. De voetstappen van Christus, die Zijn wederkomst aankondigen, worden steeds duidelijker gehoord.

Ook nationaal gezien leven wij in een bange en moeilijke tijd. Antichristelijke machten manifesteren zich in Nederland. Neem bijvoorbeeld het systematisch wegwerken van Bijbelgetrouwe ambtenaren, wie is niet bedroefd? Wie zou geen pijn voelen bij zo veel onrecht?

We kunnen op verschillende manieren met al deze tegenslag omgaan. Bij tegenwind uit seculiere hoek kunnen we ons allereerst aanpassen. Met een aantal argumenten stillen we ons geweten. Zo houden we de ‘lieve’ vrede in stand. Dit is de weg van de minste weerstand. Een houding die niet van veel principe en geloof getuigt.

Er is ook de fatalistische houding. We laten het allemaal gelaten over ons heen komen; we beschouwen het als een soort noodlot. We bekommeren ons er maar niet al te veel om. De machten van het kwaad, de zonde en de gevolgen van de zonde zijn immers niet zo gemakkelijk op te lossen, zo is onze redenering.

We kunnen ten derde ook als pelgrim en/of soldaat doen wat in ons vermogen ligt om allerhande onrecht te bestrijden. We voelen ons verantwoordelijk en we nemen onze verantwoordelijkheid.

Het perspectief van Christus’ wederkomst, het feit van het laatste oordeel kan ons handvatten bieden bij nog een andere houding tegenover het seculiere geweld dat ons bedreigt. Ik denk onder meer aan artikel 37 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (1561). Guido de Brès (1522-1567), de opsteller van het belijdenisgeschrift, leefde in een nog veel moeilijkere tijd dan wij. Het was de tijd dat in Nederland de brandstapels rookten. De tijd van de inquisitie. Er was toen sprake van lijfelijke vervolging.

Wat deed De Brès in die situatie? Twee dingen, die wij ook zouden moeten doen. In de eerste plaats verloochende hij zijn principes niet. Hij stond ervoor en was bereid zijn leven ervoor te geven. Dat is uiteindelijk ook gebeurd.

Hoe kon hij dat doen? Dat brengt mij bij het tweede. Hij zag op Christus’ wederkomst en het laatste oordeel. Daar wordt een definitieve scheiding voltrokken tussen de goddelozen enerzijds en de gelovigen en uitverkorenen anderzijds.

De houding van de goddelozen ten opzichte van de gelovigen in deze wereld is dat zij hen tiranniseren, verdrukken en kwellen. De zaak van de gelovigen wordt in deze wereld door vele rechters en overheden tegengewerkt. Maar op de jongste dag zullen we de onschuld zien van de getrouwen in de lande (Ps. 101:6). Dan ontvangen zij het loon op hun arbeid. Dan worden zij ten volle verlost. Tegelijk zal op die dag Gods wraak tegen de goddelozen realiteit worden.

Verwachten wij die grote dag met een groot verlangen?

De auteur is kandidaat in de Hersteld Hervormde Kerk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer