Journalist Sander de Kramer krijgt Bosshardt Prijs
ALMERE. Journalist Sander de Kramer krijgt dit jaar de Majoor Bosshardt Prijs. Onvermoeibaar strijdt hij tegen wantoestanden in de wereld. „Bij onrecht komt er een soort oerwoede in me op.”
De Kramer mag de onderscheiding zaterdag in ontvangst nemen op de 100e geboortedag van majoor Bosshardt, de icoon van het Leger des Heils. De organisatie zet met de prijs mensen in het zonnetje die zich bijzonder inzetten voor de samenleving.
De Kramer was onder meer hoofdredacteur van de Straatkrant, maakt voor de RKK tv-series en werkt als presentator bij de KRO. Bovendien zet hij zich in voor weeskinderen in de diamantmijnen van Sierra Leone.
De Majoor Bosshardt Prijs is in het leven geroepen om het werk van majoor Bosshardt te gedenken. Eerder werden onder anderen prinses Laurentien, zanger Marco Borsato en politica Erica Terpstra onderscheiden. De Kramer ontvangt de prijs volgens de jury voor de wijze waarop hij vanuit „zijn persoonlijk idealisme aandacht vraagt voor wantoestanden in de wereld.”
Verrast?
„Erg verrast. Een mooie eer, een schouderklop. Ik ben er trots op, maar word er ook wat verlegen van.”
Hebt u majoor Bosshardt gekend?
„Ik heb een van haar laatste interviews mogen afnemen. Een terugblik op haar leven, een heel bijzonder gesprek. Bosshardt was een rasidealist die haar leven in dienst heeft gesteld van de medemens.”
Waarom krijgt u de prijs?
„Het zal wel voor mijn werk in Sierra Leone zijn. In 2007 werd ik daar geconfronteerd met het leed van weeskinderen die in diamantmijnen moesten werken. Vanaf 5 jaar moeten ze voor 20 dollarcent de hele dag in de mijn werken. Te schandalig voor woorden. Ik heb de Sunday Foundation opgericht om deze kinderen eruit te halen. In zes jaar tijd ben ik dertig keer in Sierra Leone geweest. We bereiken nu vele duizenden mensen. We geven ze de tools om hun eigen broek op te houden.”
Prachtig werk, maar moet iemand daar per se een prijs voor krijgen?
„Ik ben altijd een beetje ambivalent over prijzen. Er zijn heel veel mensen die elke dag bijzondere dingen doen. Vrijwilligers die elke dag de billen van een dementerende wassen of mensen die hun buurvrouw elke dag een kommetje soep brengen. Dát zijn helden. Ik ben geen held.”
Wat is de prijs?
„Een beeldje van majoor Bosshardt. Geen geldprijs, geloof ik.”
Wat is uw diepste motivatie?
„Het is een soort oerwoede die in me opkomt als ik onrecht zie. Dat heb ik van m’n moeder, met de paplepel ingegoten gekregen.”
U werkt voor religieuze omroepen als RKK en KRO. Spelen Bijbelse noties een rol in uw werk?
„Ik ben gelovig, maar mijn geloofsovertuiging speelt geen rol. Soms kom ik mensen tegen die dit doen voor het hogere doel. Voor mij is belangrijk: ik zie hier onrecht, wat kan ik nu doen? Vooral op de slechtste plek op aarde. Sierra Leone, een vergeten land, verwoest door een burgeroorlog.”
Hulp zonder Bijbelse boodschap. Is dat geen gemiste kans?
„Geloven is iets voor míj. Dat hoef ik niet zo nodig over te dragen. Leef naar je hart en doe wat je denkt te moeten doen.”
U hebt in 2009 de Laurenspenning gekregen om uw inzet voor Rotterdam. Wat doet dat met een mens?
„Het geeft vooral een ongemakkelijk gevoel.”
Nooit bang naast uw schoenen te gaan lopen met zulke prijzen?
„Als je strijdt tegen onrecht in deze wereld –vrouwen verkracht, mensen vermoord, kinderen de armen afgehakt– door de wolven van deze wereld, dan blijf je met beide benen op de grond staan.”
Is het uiteindelijk toch geen druppel op een gloeiende plaat?
„Niet voor de kinderen bij wie ik het geluk in de ogen zie.”
Wie zou ú de prijs geven?
„Ik draag de prijs op aan alle vrijwilligers. Bijvoorbeeld aan mijn buurman met vliegangst die nooit in Sierra Leone zal komen. Maar die zich wel de rambam rijdt om overal in Nederland naaimachines op te halen voor de bevolking van Sierra Leone. Geweldig.”