Opinie

Commentaar: Betrek rol Kamer in onderzoek naar Fyradebâcle

De onderste steen moet boven komen. Dat wil de Tweede Kamer bereiken met een parlementaire enquête naar aanleiding van het Fyradebacle. Niemand die enige verantwoordelijkheid droeg voor dit project zal ontkomen aan het spervuur van vragen van de onderzoekscommissie.

Hoofdredactie
5 June 2013 11:15Gewijzigd op 15 November 2020 03:58
Fyra. Foto ANP
Fyra. Foto ANP

Dat de Kamer naar dit zware middel grijpt, lijkt begrijpelijk. Het is nogal niet wat. Er ligt door West- en Zuid-Nederland een spoorlijn waarvoor oorspronkelijk 3,4 miljard was uitgetrokken, maar die ten slotte 6,4 miljard kostte. En als klap op de vuurpijl: je kunt er gerust een kudde schapen over laten lopen, want er rijdt nauwelijks een trein over – laat staan een met een hoge snelheid. Reden? Er zijn treinen besteld waaraan al binnen een maand talloze mankementen zaten.

Het is heel logisch dat de Kamer wil weten hoe het zo ver heeft kunnen komen. Het is zijn taak om overheidsbeleid te controleren. Dat daarbij het middel van een parlementaire enquête wordt ingezet, geeft aan dat het om een ernstig probleem gaat. Mensen die voor de commissie moeten verschijnen, worden onder ede gehoord. Dat wil overigens niet zeggen dat de volledige waarheid boven water komt.

Toch heeft het besluit van de Kamer om een enquête te houden iets dubieus. Natuurlijk, er zijn allerlei mensen die bij het Fyraproject verkeerde inschattingen hebben gemaakt. Daarbij kan worden gedacht aan de directie van de NS, de ministers, de (onder)-aannemers, de fabrikant van de trein en nog veel meer bobo’s. De lijst van mensen die een uitnodiging van de onderzoekscommissie kunnen verwachten, is lang. En het staat vast dat lang niet ieder van hen er zonder smet van af zal komen.

Maar één groep mag zeker niet vergeten worden. Dat is de Kamer zelf. Hij heeft in het verleden op allerlei momenten met het volle verstand ingestemd met plannen die te maken hadden met het Fyraproject. Het was de Kamer die akkoord ging met een merkwaardige vorm van privatisering van de NS: het bedrijf verzelfstandigde, maar de overheid bleef de enige aandeelhouder. Probleem was alleen dat de minister weinig tot niets te zeggen heeft over de bedrijfsvoering van de NS. Het was Kamer die maande tot spoed bij het in gebruik nemen van de spoorlijn en die verlekkerd toekeek naar de inkomsten die de concessieverlening aan de NS aan de staatskas zou opleveren; nu kost het project vooralsnog alleen maar geld.

Met het besluit tot een parlementaire enquête naar aanleiding van het Fyradebacle lijkt de Kamer op zoek te willen naar de brokkenmakers. Men moet niet vreemd opkijken als daar uitkomt dat het parlement zelf ook veel boter op het hoofd heeft. Weliswaar kunnen veel huidige parlementariërs dan beweren dat dit voor hun tijd was, maar zij dragen wel de erfenis van hun voorgangers. Anders dan ministers, die soms vanwege de fouten van eerdere bewindslieden moeten aftreden, kunnen parlementariërs gewoon blijven zitten. Maar misschien dat de enquête leidt tot zelfreflectie waardoor volksvertegenwoordigers leren een evenwichtiger toon aan te slaan.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer