Hoorstichting worstelt met stigma
Ruim 1,5 miljoen mensen in Nederland zijn slechthorend. Zeker 900.000 van hen zouden een gehoorapparaat nodig hebben. In werkelijkheid zijn er maar 450.000 van deze apparaten in gebruik. „Slechthorendheid is de meest voorkomende handicap en dat in een eeuw van communicatie. Maar het wordt als een oudemensenprobleem gezien. Er is een enorm stigma”, verzucht prof. dr. J. J. Grote, vice-voorzitter van de Nationale Hoorstichting.
Met een primeur in de vorm van een internethoortest voor kinderen en een reclamecampagne probeert de Hoorstichting het taboe rond het verzwakte gehoor te doorbreken. Grote: „Het is een verraderlijke afwijking die zeker niet alleen bij ouderen voorkomt. Meestal gaat het heel geleidelijk. En als je er niet tijdig bij bent, is het te laat om nog te corrigeren en te revalideren. Dat blijkt op hogere leeftijd bij 70 procent van de mensen het geval te zijn.”
Eerder dit jaar lanceerde de Hoorstichting al de telefonische hoortest. Daarmee krijgen bellers binnen enkele minuten een betrouwbaar beeld van de kwaliteit van hun gehoor. In acht maanden tijd hebben al bijna 100.000 mensen het nummer (0900-4560123) gebeld. „Een groot succes”, vindt dr. ir. J. de Laat, hoofd van het Audiologisch Centrum van het Leids Universitair Medisch Centrum. Volgens hem is de grote belangstelling voor de hoortest te danken aan de lage drempel van het bellen. „Mensen blijven anoniem en zijn vrij om met de resultaten te doen wat ze willen.”
Hoe groot het aantal bellers is dat na een voor hen negatieve uitslag ook werkelijk naar een audiologisch centrum of arts stapt, weet hij niet. Daar wordt op dit moment een onderzoek naar ingesteld. Wel is al duidelijk dat de meeste bellers tussen de 50 en de 70 jaar oud zijn, dat mannen over het algemeen slechter scoren dan vrouwen en dat de meeste mensen de kwaliteit van hun eigen gehoor overschatten.
Om de hoortest extra onder de aandacht te brengen, start de Hoorstichting een reclamecampagne. In tv-spots richt men zich vooral op de grote groep slechthorende vijftigplussers. In het kader van de Week van het Oor, die vrijdag van start gaat en doorloopt tot 8 november, is ook een hoorkrant vervaardigd. Daarin staan onder meer artikelen over mogelijkheden en vergoedingen bij de aanschaf van hulpmiddelen.
Omdat is gebleken dat de telefonische hoortest niet voldoet bij kinderen tussen de 4 en de 12 jaar, is voor hen een aparte test ontwikkeld. Met een computer met internetaansluiting en een koptelefoon kunnen kinderen hun eigen gehoor testen.
Op www.kinderhoortest.nl krijgt een kind een aantal plaatjes te zien. De bijbehorende namen zijn met geruis op de achtergrond om de paar seconden te horen via een koptelefoon. Het is de bedoeling dat het kind klikt op het plaatje waarvan het de naam heeft gehoord. Na afloop van de test luidt de uitslag: Je hoort goed, minder goed, of niet goed. Wie minder goed of niet goed hoort, krijgt vervolgens een duidelijk advies.
De test, die ontwikkeld is voor basisschoolkinderen, moet ervoor zorgen dat ouders eerder actie ondernemen als ze vermoeden dat hun kind niet goed hoort. Het LUMC hoopt ook dat kinderen bewuster omgaan met hun gehoor als ze zelf geconfronteerd worden met de kwaliteit van hun oren. Directeur van de Nationale Hoorstichting H. ten Berge spreekt van een wereldprimeur. Volgens hem zijn de tests „hard nodig omdat alle controles op de basisscholen zijn wegbezuinigd.”
Hij verwacht dat duizenden kinderen gebruik zullen maken van de test. Een mailing is inmiddels naar alle basisscholen verstuurd. „Los van de aangeboren afwijkingen blijken veel kinderen gehoorbeschadigingen op te lopen als gevolg van harde muziek”, aldus Ten Berge. Hij constateert ondanks eerdere bewustwordingscampagnes nog geen keer ten goede. „De problemen doen zich juist op steeds jongere leeftijd voor.”