Gebroeders Duijvestijn gebruiken aardwarmte in hun tomatenkas
PIJNACKER. De glastuinbouw moet zichzelf op de kaart zetten als duurzame bedrijfstak, vinden de gebroeders Duijvestijn uit Pijnacker. Daarom brengen ze hun tomatenkwekerij met aardwarmte op temperatuur en werken ze aan de ontwikkeling van een kas die 70 procent minder energie vraagt dan het huidige type.
Ted, Peter, Ronald en Remco Duijvestijn leggen de lat hoog: op termijn willen ze in hun 13,5 hectare grote kas geen fossiele brandstoffen meer gebruiken, CO2 consumeren in plaats van uitstoten en energie leveren aan collega-bedrijven en woningen in de buurt. Ze zijn al een behoorlijk eind op weg, bleek gisteren tijdens een rondleiding voor een groep journalisten.
In 2006 besloten de tomatenkwekers aan de slag te gaan met aardwarmte. In samenwerking met de Technische Universiteit Delft werd het plan uitgewerkt. In 2010 startte de bouw van de installatie, die sinds begin dit jaar volop in bedrijf is.
Water van 75 graden wordt van een diepte van 2400 meter opgepompt en ingezet om de kas op temperatuur te brengen. Daarna gaat het water, dat inmiddels enkele tientallen graden is afgekoeld, 1,5 kilometer verderop de grond weer in en komt terecht in dezelfde zandlaag waaruit het afkomstig is.
Voorheen was jaarlijks 5 tot 6 miljoen kubieke meter gas nodig om de kwekerij te verwarmen. „Daarvan besparen we nu 90 procent”, zegt Ted Duijvestijn.
Het project vergde een investering van 10 miljoen euro, dat is ruim anderhalf keer de jaaromzet van de tomatenkwekerij. „Bedrijfseconomisch gezien ben je knettergek als je daaraan begint, ondanks de subsidie die je ervoor krijgt”, zegt de ondernemer. „Toch wilden we de stap maken. De potentie van aardwarmte is enorm. De put die wij hebben geboord, kan nog meer kassen verwarmen plus een serie woningen.”
Duijvestijn Tomaten is een van de modernste tomatenkwekerijen in Nederland. De onderneming belevert supermarkten in Engeland, Nederland en Scandinavië. Een toenemend deel van de oogst –inmiddels zo’n 40 procent– vindt zijn weg naar zogenoemde foodservicebedrijven,zoals restaurants en cateraars. De kwekerij is jaarlijks goed voor een kleine 9 miljoen kilo tomaten, die op het bedrijf zelf volautomatisch worden gesorteerd en verpakt. Er werken zo’n zestig mensen, onder wie veel jongeren.
De broers staan bewust open voor de samenleving. „Wat schieten we ermee op om dingen voor onszelf te houden? Iedereen mag hier komen kijken, dat is alleen maar goed voor de tuinbouw”, vindt Peter. Vorig jaar bezochten bijna 1200 mensen het bedrijf, onder wie collega-tuinders uit binnen- en buitenland, politici, onderzoekers en studenten.
Nederland telt zo’n 350 tomatentelers, die samen 1800 hectare kassen hebben. De afgelopen decennia zijn al grote stappen gezet bij het terugdringen van het energieverbruik, maar ook bij het inperken van chemische gewasbescherming. Bij Duijvestijn Tomaten zorgen hommels voor bestuiving van het gewas. Schadelijke beestjes worden met roofinsecten bestreden en een uitgekiende klimaatbeheersing moet voorkomen dat schimmelziekten toeslaan.
Innovatie staat bij de broers hoog in het vaandel. Ze experimenteren met nieuwe producten, zoals kartonnen schaaltjes gemaakt van tomatenstengels, gedroogde tomaten en zelfs tomatenbier. Maar ze gaan ook door om de teelttechniek te verbeteren. „Planten verdampen veel water. We willen kijken of we dat terug kunnen winnen. Het zou toch geweldig zijn als we een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van het wereldwijde watertekort?” zegt Ted.
Dit idee wordt opgepakt in de 1 hectare grote onderzoekskas die komende zomer gebouwd gaat worden. Die komt er heel anders uit te zien dan bestaande kassen, verzekert Peter, zonder dat hij op details in wil gaan. Maar de doelen zijn wel duidelijk: minder input aan energie en water en tegelijk een grotere tomatenoogst per vierkante meter kasoppervlakte. „Dat zijn tegenstrijdige doelen, maar dat is voor ons nu net de uitdaging”, zegt Peter. „Als ik ooit met mijn kleinkinderen op schoot zit, wil ik kunnen vertellen dat ik me heb ingezet om de aarde leefbaar te houden.”