Goddelijk rechtvaardig
Romeinen 3:31
„Doen wij dan de wet teniet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet.”
God de Vader erkende dat Christus rechtvaardig is door Hem op te wekken uit de dood. God de Heilige Geest erkende dat Christus rechtvaardig is door getuigenis te geven van Zijn opstanding en Zijn gerechtigheid aan iedere gelovige. De Zaligmaker gaf getuigenis van Zijn eigen rechtvaardigheid door te maken dat iedere valse getuige bij zijn rechtszaak de ander tegensprak, en door Zijn tegenstanders op de grond te doen vallen om de woorden van de psalmdichter te vervullen: „Als zij naderden om mijn vlees te eten, stieten zij zelven aan, en vielen.”
Toen de Goddelijke Wetgever zo’n voortreffelijk Persoon en zo’n voortreffelijke gehoorzaamheid zag, waren alle deugden van God met elkaar in overeenstemming en voldaan. Het recht zegt: „Door het bloed uws verbonds heb Ik uw gebondenen uit de kuil, daar geen water in is, uitgelaten.” En: „Ik ben getrouw en waarachtig om de zonden te vergeven en hen te reinigen van alle ongerechtigheid.” Terwijl de wet zegt: „Verwerf een volmaakte gehoorzaamheid en ik zal u nooit meer verdoemen.” Het is mijn taak om „de goddeloze te veroordelen, gevende zijn weg op zijn hoofd, en de rechtvaardige te rechtvaardigen, gevende hem naar zijn gerechtigheid.” De heiligheid zegt: „Ik ben de Heere, die u heilige.”
W. Huntington, predikant te Londen
(”De wet bevestigd door het geloof in Christus”, 1786)