Kerk & religie

Vader ds. Van den Brink zou niet in kerk willen zitten van zoon Tijs

”Geslacht op geslacht” heet een rubriek in het christelijk opinie­blad De Nieuwe Koers. Deze keer komen EO-presentator Tijs van den Brink en zijn vader, de hervormde emeritus predikant ds. T. van den Brink, aan het woord. Een deel van het gesprek met ”de vader” (80).

29 May 2013 15:02Gewijzigd op 15 November 2020 03:50

„Hij zit in zijn ruime bejaardenappartement in het centrum van Putten, terwijl zijn vrouw op de achtergrond de aardappelen schilt. Ten tijde van de razzia in Putten in 1944 was hij elf. Toen het dorp door de Duitsers afgegrendeld werd, zat zijn vader in de kerk. Wonder boven wonder werd die niet meegenomen.

Zes kinderen kreeg hij met zijn vrouw, waarvan twee zonen: theoloog Gijsbert en Tijs junior. Elke zaterdagavond belt hij met Tijs om bij te praten. Kort­geleden ging het over een interview waarin zijn zoon uitspraken had gedaan over zijn politieke ambities. Tijs wil ooit de politiek in, maar sluit zich dan niet per se bij een christelijke partij aan. Maar daar is zijn vader het niet mee eens.

Veel verschil is er niet tussen zijn eigen geloof in God en dat van zijn zoon, zegt Van den Brink senior. „Maar ik zeg weleens tegen de kinderen: Ik ervaar een afstand tussen mijn vader en mij, tussen mijn kinderen en mij en tussen mijn kleinkinderen en mij. We hebben hetzelfde voor ogen, maar we leven allemaal in een andere cultuur. Ik zou nooit in die gemeente kunnen zitten waarin Tijs zit. Dat heeft te maken met de liturgie en met het ”gearriveerd-zijn”. Als predikant op de preekstoel moet je niet doen alsof de hele gemeente al behouden is. Dat is niet zo. Er moet ”onderscheidend” gepreekt worden. Niet iedereen die naar de kerk gaat, is direct behouden. Weet je wat Job zegt? „Ik weet dat mijn Verlosser leeft.” Dat is de kern. Maar zit dat hier (hij klopt op zijn hoofd) of zakt dat een stuk lager? Het gaat erom dat je er innerlijk van doordrongen bent.”

Van den Brink herinnert zich dat hij twee keer is gaan praten met de godsdienstleraar van zijn zoon Tijs, omdat deze erop bleef hameren dat je niet weet of je behouden bent. „Ik ging erheen omdat hij Tijs niet psychisch in de problemen moest brengen. Ik merkte dat hij het daar moeilijk mee had. In Tijs’ ogen werd dat te scherp belijnd. Toen had ik dat niet, maar terugkijkend vind ik dat ook. Tijs was altijd kritisch. Als hij geen goede antwoorden kreeg, dan was hij niet tevreden.” (…) „Diep dankbaar” is de 80-jarige predikant dat geen van zijn kinderen van het geloof gevallen is, terwijl hij dat veel om zich heen ziet. „Héél erg” zou dat zijn. „Je moet ze op een gegeven moment loslaten. Dat doe je in het uiterlijke. Maar in het gebed doe je dat niet.””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer