Gezocht: Uitvoerders abortuswet Italië
De abortuswet in Italië staat op de tocht doordat medisch personeel in toenemende mate weigert mee te werken aan de uitvoering ervan. Het motief is echter minder principieel dan het lijkt. „De waarheid is dat mensen in hun carrièrekansen worden beperkt zodra ze meewerken aan een abortus.”
Deze maand is het 35 jaar geleden dat abortus bij wet in Italië werd toegestaan. De wetgeving is er grotendeels vergelijkbaar met die in Nederland. Vrouwen hebben het recht hun zwangerschap af te breken binnen drie maanden na de conceptie. Embryo’s waarbij ernstige misvormingen zijn aangetoond, mogen binnen vijf maanden worden weggehaald.
Sinds de invoering van de abortuswet is het aantal gevallen van zwangerschapsafbreking sterk gedaald. In 2010 registreerde het ministerie van Gezondheid ruim 115.000 gevallen van abortus, meer dan een halvering van het aantal gevallen in 1982. Tegenwoordig wordt gemiddeld bij 7,8 op de 1000 vrouwen de vrucht afgedreven. Het betreft een van de laagste percentages ter wereld.
Ook abortus bij minderjarigen (4,4 op de 1000 vrouwen) en herhaalde abortussen (vrouwen die meer dan één keer abortus in hun leven hebben laten uitvoeren) komen in Italië minder vaak voor dan elders. Wel is het percentage abortussen onder allochtone vrouwen zeer hoog (26,4 op de 1000 vrouwen).
Keerzijde is de sterke toename in afgelopen laatste jaren van het aantal spontane abortussen. Uit cijfers van het ministerie van Gezondheid blijkt een jaarlijkse toename van 20.000 gevallen. In 2010 werden 74.000 vrouwen getroffen door een miskraam. Een oorzaak daarvan kan zijn dat Italiaanse vrouwen op late leeftijd kinderen krijgen.
Het dagblad la Repubblica, dat van linkse snit is, schreef onlangs in een reportage die de krant over dit verschijnsel maakte, dat de meeste miskramen het gevolg zijn van illegale abortussen. De krant baseert zich op gegevens van het ministerie van Justitie en het centraal bureau voor de statistiek. Zo is het aantal gerechtelijke procedures tegen illegale abortuspraktijken de laatste vijftien jaar met 250 procent gestegen. Vermoedelijk worden miskramen opgewekt door het slikken van abortuspillen, zoals mifepristone, die het embryo doden, of middelen die weeën opwekken.
Volgens la Repubblica is de reden van de toename van spontane abortussen dat medisch personeel in toenemende mate niet wenst mee te werken aan een abortus. De abortuswet staat nadrukkelijk de mogelijkheid voor gewetensbezwaarden toe, zolang de toestand van de vrouw niet levensbedreigend is. Steeds meer artsen doen een beroep op gewetensbezwaren. Vorig jaar weigerde 80 procent van de gynaecologen en meer dan 50 procent van de anesthetisten en verplegend personeel mee te werken.
Met name in Zuid-Italië is het lastig om ziekenhuizen of klinieken te vinden waar abortus wordt gepleegd. In het gewest Latium, waar Rome ligt, wenst 91 procent van de artsen niet mee te werken aan het afdrijven van de vrucht.
Door de verminderende beschikbaarheid van artsen worden de wachttijden langer, waardoor vrouwen hun heil mogelijk zoeken in het illegale circuit.
Het is niet met zekerheid te zeggen waarom zo veel artsen zich beroepen op het gewetensbezwaar. Zo is het onbekend of er een relatie bestaat tussen de gewetenbezwaarde arts en zijn opvatting over het leven. Eind vorig jaar stelde paus Benedictus XVI nog in zijn boodschap ter gelegenheid van Wereldvredesdag dat met het homohuwelijk, euthanasie én abortus vrede niet mogelijk is. Wereldvrededag werd in 1967 geïntroduceerd door paus Paulus VI. Sindsdien is het traditie dat de paus een week voor Kerst een boodschap opstelt die vooral gericht is aan de wereldleiders.
„Wie streeft naar vrede kan geen aanvallen op en misdaden tegen het leven verdragen”, stelde de paus toen. Volgens hem veroorzaakt „elke wond” die aan het leven wordt toegebracht, met name als het de oorsprong van het leven betreft, „onherstelbare schade” aan de vrede en het milieu. „Hoe kunnen mensen die vrede willen bewerkstelligen, volkeren willen verheffen of het milieu willen redden, dat realiseren als het leven van de zwaksten niet wordt beschermd?”
Benedictus XVI verdedigde het recht van gewetensbezwaarde artsen en gezondheidswerkers om abortus te weigeren. „Het is een belangrijke bijdrage aan de vrede dat het recht op het hebben van gewetensbezwaar wordt erkend”, zei hij.
Alle woorden van de paus ten spijt: het hoge aantal gewetensbezwaarden lijkt niet overeen te komen met de religieuze (rooms-katholieke) praktijk. Minder dan 25 procent van de bevolking is immers praktiserend religieus.
Volgens Silvana Agatone, gynaecologe en voorzitter van een vereniging die de uitvoering van de abortuswet nastreeft, is er iets anders gaande. „De waarheid is dat niemand in de gezondheidszorg abortus wil uitvoeren omdat het personeel geblokkeerd wordt bij het maken van carrière, want wie meewerkt wordt verplicht om vervolgens enkel dat werk te doen”, aldus Agatone in la Repubblica.
Agatone’s vereniging, die gelieerd is aan de International Planned Parenthood Federation, heeft bij de Raad van Europa geprotesteerd tegen deze stand van zaken omdat zij vindt dat Italië op deze manier het recht op abortus niet kan garanderen. De Raad van Europa behandelt de zaak.