Zelfreflectie
Zelfreflectie is niet de meest ontwikkelde eigenschap van ons mensen. Het nadenken over ons eigen doen en laten en de effecten daarvan is nu eenmaal confronterend.
Maar als er één bevolkingsgroep is die deze eigenschap toch wel zeer goed ontwikkeld moet hebben, dan zijn het wel christenen. Wij worden immers opgeroepen ons gedrag te spiegelen aan de Bijbelse norm.
Toch steken we op dit punt niet gunstig af. We roepen soms juist het beeld op van erg kritisch zijn op anderen, terwijl we er zelf een potje van maken. Neem bijvoorbeeld vergaderingen in christelijke kring. Daar zijn verschillende varianten van. Er is een variant waarbij men tijdens de vergadering zwijgend en broedend bijeenzit, weinig in te brengen heeft en na de vergadering in kleine fracties bijeen groept om de vergadering in het algemeen en een aantal punten en deelnemers in het bijzonder in korte trekken en stevige bewoordingen af te keuren.
In een andere variant is de vergadering juist toonbeeld van verhitte inbreng, waarbij een aantal opzwepende sprekers het tegen elkaar opneemt en boven het glanzende eikenhout van de vergadertafel een sfeer als van een veldslag op leven en dood weten op te roepen. Soms om de meest bizarre ‘principiële’ punten.
Gelukkig zijn er ook vergaderingen waar naar elkaar geluisterd wordt, eerlijk wordt gezocht naar overeenkomsten, oprecht geworsteld wordt met principiële vraagstukken. Oases zijn dat, waar in een sfeer van respect en onderlinge liefde wordt gewerkt. Dat zijn vergaderingen waarbij je dankbaar denkt: Zo kan het ook.
Het is nuttig om ons op ons vergadergedrag te bezinnen, denk ik, in een tijd dat er allerlei discussies op de loer liggen die onze aandacht van de belangrijkste zaken voor een christen kunnen afleiden. Want o zo snel hebben we weer een dispuut ergens over. Een onderwerp is zo gevonden: een Bijbelvertaling, een zangbundel, het tempo van de gemeentezang, kleding desnoods.
Twee jaar geleden kwam onze zoon terug van een kamp waarbij een abdij in België werd bezocht. Een jonge monnik had met een glimlach gevraagd wat het verschil is tussen rooms-katholieken en protestanten. Zijn ludieke uitleg: „Bij ons is het zo: Als ge twee katholieken hebt, hebt ge een parochie, als ge drie katholieken hebt een abdij, zoals hier. Als je twee protestanten hebt, heb je een gemeente, en als je drie protestanten hebt, heb je een kerkscheuring…”
Tijd voor zelfreflectie? Zijn onze discussies de verhitte harten waard? Brengen ze ons dichter bij het kruis, dichter bij Hem Die wil helen wat wij kapot hebben gemaakt?