Na Weekers ook Schippers op pijnbank PVV en SP
DEN HAAG. Of de oppositie erin zal slagen de beleidsagenda van dit kabinet structureel te frustreren, staat nog te bezien. Wat wel met voortvarendheid wordt gesloopt is de handen-uit-de-mouwenreputatie van Rutte II.
„Dit kabinet bestaat uit een groep ministers die een dreesiaanse uitstraling hebben”, glunderde premier Rutte november vorig jaar, tijdens het debat over de regeringsverklaring van zijn tweede kabinet. Met die woorden wilde hij de aandacht vestigen op diverse eigenschappen van zijn bewindslieden: eerlijk, doortastend, sober en oog hebbend voor het algemeen belang.
Gegeven die opzet moet hij het debat over zorgfraude dat de Kamer donderdag voerde met gekromde tenen hebben gevolgd. Schippers, die van de vier aanwezige bewindslieden het meest onder vuur lag, behield het vertrouwen van een ruime Kamermeerderheid. Essentieel was echter dat ook zij moest uitleggen waarom zij een gevoelig rapport dat zij niet met de Kamer deelde wel had betrokken bij een reeks maatregelen die haar ministerie in gang zette. In het debat over de Bulgarenfraude overkwam staatssecretaris Weekers (Financiën) vorige week iets soortgelijks. Sindsdien wordt in de Kamer openlijk betwijfeld of hij op zijn beleidsterreinen de juiste prioriteiten weet te stellen en of hij voldoende regie voert over de uitvoering van zijn agenda.
Schippers maakte onder Rutte I goede sier met de instelling van een projectgroep die suggesties zou doen om uitbetaling van onterecht ingediende declaraties in de zorg te voorkomen. In 2010 zou het 27 miljoen euro aan kostenbesparingen opleveren, in 2011 en 2012 jaarlijks 47 miljoen. Tot nog toe is niet gebleken dat ze het ingeboekte bedrag van 121 miljoen euro heeft gerealiseerd.
Donderdag meldde Schippers de Kamer dat de werkgroep te divers was samengesteld om tot een integrale probleemanalyse te komen. Een rapportage van de werkgroep heeft de Kamer om die reden nooit gezien. Desondanks hadden de aanzetten voor een probleemanalyse haar wel bouwstenen opgeleverd voor haar beleid, vertelde zij de Kamer. Daarna somde zij een aantal door haar genomen maatregelen op, zoals haar besluit om een nieuw, computergestuurd declaratiesysteem voor ziekenhuizen in te voeren. „Mede omdat dat minder fraudegevoelig was”, hield zij de Kamer donderdag voor. Ook maakte zij een eind aan de verplichting voor zorgverzekeraars om elkaars verliezen aan het eind van het jaar te compenseren. „In de hoop verzekeraars daarmee te stimuleren om meer werk te maken van het tegengaan van fraude”, aldus de minister.
In het rapport, dat zij de Kamer onder druk alsnog toezond, staat echter ook dat zorgverzekeraars in 2008-2009 naar schatting 50 tot 180 miljoen euro hebben uitgekeerd voor niet medisch noodzakelijke of te vroeg ingezette behandelingen tegen spataderen, aderverkalking, rughernia’s en verkeerd staande oogleden. Specialisten wilden dat bedrag in 2012 niet meer openbaar maken, omdat het „gedateerde” informatie betrof. Maar, verklaarde Schippers donderdag, zorgverzekeraars kijken tegenwoordig dankzij de projectgroep wel degelijk veel nauwkeuriger of zulke ingrepen wel moeten worden vergoed.
Daarna somde zij op welke maatregelen de Kamer dit jaar nog meer van haar kan verwachten, zoals een grondig rapport over de omvang van fraude, inclusief onterecht uitgekeerde declaraties. Heel mooi, oordeelden diverse oppositiefracties donderdag. Om er –niet ten onrechte–in één adem aan toe te voegen dat Schippers het bedrag van 50 tot 180 miljoen euro meteen met de Kamer had moeten delen, zodat deze samen met het kabinet had kunnen bezien welke beleidsintensivering nodig was geweest.
Door meteen een grondig onderzoek te beloven, probeerde Schippers haar kordate imago te herbevestigen. Tussen de oren van veel burgers zal zich echter het beeld van Schippers hebben genesteld dat PVV en SP donderdag voedden; dat van een bewindsvrouw die stiekem was gaan hozen in de hoop dat niemand het lek –het zorgstelsel waarin artsen per verrichting krijgen betaald– zou ontdekken. Dat ze nu nog harder gaat hozen, doet daar niets aan af.